De lokale partijen zijn opnieuw de grote winnaars van de gemeenteraadsverkiezingen. Meer dan 36 procent van de mensen koos voor een partij die alleen in hun eigen gemeente actief is.
Lokale partijen zijn bepaald niets nieuws. Sterker nog, de meeste landelijke partijen komen voort uit een gemeentelijke partij. Volgens Kennisbank Openbaar Bestuur kwamen de lokale partijen als eerste op in landelijke gemeentes. Pas later kregen ze voet aan de grond in de stad.
Het geheim van de lokale partij zit in de persoonlijke uitstraling, schrijft de kennisbank. ‘De meeste oprichters of lijsttrekkers geven aan dat ze de verkiezingen wonnen door een combinatie van de door kiezers gewenste nieuwe ‘frisse wind’ in de (lokale) politiek, al dan niet vertaald in de concrete standpunten van de partij, en het hebben van enkele stevige stemmentrekkers op de lijst (waaronder vaak zijzelf)’.
Volgens een peiling van de NOS stemt driekwart op een lokale partij omdat die meer verbonden zou zijn met de gemeente. Bijna 60 procent vindt dat de lokalen zich meer voor gemeentelijke thema's inzetten en een kwart geeft aan geen vertrouwen meer te hebben in de landelijke politiek.
Rechts van het middenDat lokale partijen vaak een rechtse signatuur hebben, klopt. Wetenschapper Simon Otjes van de Universiteit Leiden onderzocht de verkiezingsprogramma's van de partijen en ontdekte dat ze wat partijstandpunten betreft aardig overeenkomen: ze zitten rechts van het midden, ergens tussen D66 en de ChristenUnie in.
Otjes vergeleek honderden verkiezingsprogramma's tussen 2014 en 2018, schrijft Binnenlands Bestuur. De lokale partijen zijn niet alleen rechts van het midden, maar ook anti-elitair. De meest anti-elitaire partijen zijn volgens de onderzoeker de PVV, de Partij voor de Dieren en de SP. Daarna volgen de lokale partijen.