Kardinaal Eijk weet verrassend veel van geslachtsdelen

Priesters van de Rooms katholieke kerk dienen zich te onthouden van seks. En kardinalen, de 'prinsen van de kerk', dus helemaal. Toch blijkt de hoogste katholiek van Nederland, kardinaal Eijk verrassend veel kennis te hebben van seks en details van alle mogelijkheden om seks te hebben.

‘Bij de copula appositiva (‘appositiva’ betekent ‘ernaast geplaatst’) is er geen enkele penetratie van de penis in de vagina en wordt het zaad gedeponeerd tussen de schaamlippen’, schrijft de kardinaal bijvoorbeeld in zijn handleiding voor paters die gehuwden moeten inwijden in wat volgens de kardinaal wel en niet mag van god als het om seks gaat. Hij heeft dat opgeschreven in 416 pagina’s tellende boek.

Kern: seks tussen gehuwden mag zolang voortplanting de bedoeling is, of in ieder geval mogelijk. Sterker: verkrachting binnen het huwelijk mag ook, van de kardinaal. ‘De vrouw die gehuwd is, heeft haar man recht over haar lichaam gegeven en daarmee de plicht op zich genomen om haar echtgenoot seksuele gemeenschap toe te staan, wanneer hij daarom vraagt’. Het valt allemaal te lezen in een recensie van Vaticaan-kenner Hendro Munsterman van het boek in het Nederlands Dagblad.

De kardinaal spreekt (uiteraard) afwijzend over sterilisatie, kunstmatige bevruchtingstechnieken, ‘wederzijdse masturbatie, orale en anale geslachtsgemeenschap’ en ‘solitaire handelingen van gehuwden’.

'In de hoofdstukken over ‘de kuisheid buiten het huwelijk’ bespreekt de kardinaal in één ademtocht homoseksualiteit en masturbatie met overspel, ‘voorhuwelijkse en pre-ceremoniële seksuele betrekkingen’, prostitutie, verkrachting, incest, seksueel misbruik van minderjarigen, ‘heiligschennis door onkuisheid’ (seksuele handelingen in bijvoorbeeld een kerkgebouw), bestialiteit, ‘parafilie’, ‘incomplete of onvoltooide seksuele handelingen’ (zoals het streng afgewezen ‘kussen omwille van de seksuele opwinding’ tussen twee verliefde mensen).' Mag allemaal niet, zegt de kardinaal.

Uiteindelijk komt het hele boek neer op de vraag wanneer sperma (‘zaad’ noemt de kardinaal het steevast) in de vagina of schede ‘gedeponeerd’ mag worden. Vanzelfsprekend alleen daar.

Bron(nen): Nederlands Dagblad