Zelden zal een bioscoopfilm, en dan nog wel een kaskraker, zo zijn afgekraakt als Watchmen deze week overkomt in het tijdschrift The New Yorker. Niets, maar dan ook helemaal niets, deugt van de film die vorige week ook in Nederland in premiere ging. De film vertelt het verhaal van een groep superhelden die de wereld gaan redden, en is gebaseerd op een zeer succesvolle serie stripverhalen die in de jaren tachtig het idee gaven dat strips ook voor volwassenen interessante literatuur konden opleveren. Het enige goede aan de film, zo schrijft Anthony Lane, is dat de kijker na de openingsscene meteen kan vertrekken. Verder voorziet de film hooguit in de behoefte van achttien-jarige jongens die vrezen dat de Verenigde Staten worden geregeerd door een Militair Industrieel Complex. Kijkers die ouder zijn dan 25 jaar kunnen onmogelijk plezier beleven aan de bruutheid die over het filmdoek wordt gestrooid, net ze min als jongeren beneden de 18 jaar het zouden mogen bekijken. Het probleem van regisseur Zack Snyder is dat hij is geobsedeerd door het vertonen van wraak en ook van een gestileerde versie van fysiek geweld, zodat de film uiteindelijk twee keer zo fascistisch is als de duistere krachten die het zegt te willen bestrijden. Watchmen, zo concludeert The New Yorker, is onsamenhangend, over de top en smerig, en roept maar één wezenlijke vraag op: hoe heeft het zo mis kunnen gaan met het stripverhaal? In het eerste weekend van vertoning bracht de film 55,7 miljoen dollar op, meldt Entertainment Weekly. Daarmee is Watchmen in financieel opzicht voorlopig de beste film van het jaar.