Vrouwen die hun geld verdienen met het
maken van beeldende kunst beuren gemiddeld liefst twintig procent
minder dan hun mannelijke collega's. Dit blijkt uit nieuw onderzoek
van de Boekmanstichting, in opdracht van het Niemeijer Fonds.
Het ontbrak volgens de onderzoekers
Maxime van Haeren en Hannah Sweering nog aan ‘breed en
representatief kwalitatief en kwantitatief onderzoek’ naar de
loonkloof en de achtergestelde positie van vrouwen in de beeldende
kunst, schrijft
de Volkskrant. Het was dus de hoogste tijd voor een
studie naar de arbeidspositie, representatie en het carrièreverloop
van Nederlandse vrouwelijke kunstenaars.
Geen vetpot
Vrouwen in de kunst hadden tussen 2017
en 2021 gemiddeld een bruto jaarinkomen van 16.900 euro, tegenover
20.200 voor hun mannelijke tegenhangers. Hierbij zijn ook de
bijverdiensten naast het kunstenaarschap meegerekend. Ter
vergelijking: het wettelijk minimumloon bij fulltime werk is 24.800
euro – geen vetpot dus voor beeldend kunstenaars.
Subsidieaanvragen
Een van de oorzaken van de loonkloof
heeft te maken met subsidieaanvragen. Vrouwen vragen gemiddeld
kleinere subsidies aan. Wanneer we de creatieve sector als geheel
nemen, dan verdient iemand gemiddeld 35.100 euro bruto per jaar,
blijkt uit cijfers van het CBS. “Gemiddeld verdienen mannen in de
creatieve sector 33 procent meer dan vrouwen”, zegt van Haeren.
“Het inkomensverschil tussen vrouwen en mannen in de beeldende
kunst is dus zeker groot, maar wel kleiner dan in de rest van de
creatieve sector.”
Grensoverschrijdend gedrag en seksisme
De onderzoekers stellen dat
grensoverschrijdend gedrag en seksisme voor vrouwen in de kunstwereld
een probleem vormen. Van Haeren: “In een van de focusgroepen die we
spraken werd gesuggereerd dat op kunstopleidingen aan vrouwen moet
worden geleerd hoe ze zich beter kunnen handhaven binnen het
masculiene systeem.” Uit de studie kwam bovendien naar voren dat de
beeldende kunstwereld ‘kind- en familie-onvriendelijk is’.