Vrouwen vallen op mannen waarvan ze niet weten wat hij voor hen voelt

Wetenschap
dinsdag, 08 februari 2011 om 00:00
welingelichtekringen header 1
In het algemeen vindt iemand een ander even aardig als dat hij denkt dat de ander hem aardig vindt. Met andere woorden: als ik denk dat A mij aardig vindt, heb ik positievere gevoelens voor hem dan voor B, waarvan ik denk dat hij mij niet mag. Maar wat gebeurt er als ik mij aangetrokken voel tot een man waarvan ik niet weet wat hij voor mij voelt? Dat zou ertoe kunnen leiden dat ik vaak aan hem denk, me afvraag wat hij voor mij voelt, of hij mij aantrekkelijk vindt, enz. En omdat ik vaak aan hem denk, zou ik daaruit kunnen afleiden dat ik hem wel zie zitten.
Amerikaanse psychologen vroegen 47 vrouwelijke studenten om deel te nemen aan een onderzoek, zogenaamd om na te gaan hoe Facebook het zou doen als dating site. Ze kregen te horen dat mannelijke studenten van twee andere universiteiten hun profiel en dat van vijftien tot twintig andere vrouwen hadden bekeken. Daarna kregen de vrouwen vier profielen van mannen te zien (in werkelijkheid waren het fictieve profielen). Sommige vrouwen kregen te horen dat dit vier mannen waren die hen het meest zagen zitten. Anderen kregen te horen dat dit de vier mannen waren die hen als neutraal hadden beoordeeld. En een derde groep kreeg te horen dat het mannen waren die hen ofwel heel erg ofwel gemiddeld aantrekkelijk vonden, zodat de vrouwen niet wisten hoeveel belangstelling deze mannen voor hen hadden.
Zoals je zou verwachten op grond van het 'ik-vind-jou-zo-aardig-als-jij-mij-aardig-vindt' principe hadden de vrouwen meer belangstelling voor de mannen die hen heel erg zagen zitten dan voor die hen als neutraal beoordeelden. Maar de mannen waarvan ze niet wisten wat ze van hen dachten, vonden ze het aantrekkelijkst.
De studenten in dit onderzoek hadden natuurlijk maar heel weinig informatie over de mannen, maar dat is ook zo bij online dating. 'Playing hard to get' is dan kennelijk zo gek nog niet. Of dat ook geldt voor vrouwen vertelt dit onderzoek niet.
Bron(nen): PhysOrg