Psychopaten worden niet geboren, ze worden gemaakt

Wetenschap
woensdag, 13 augustus 2025 om 12:40
shutterstock_2026952078
Psychopaten worden niet geboren, of zeker niet helemaal, ze worden gemaakt. Recente literatuur en oudere toonaangevende studies wijzen erop dat ‘donkere’ persoonlijkheidstrekken weliswaar deels erfelijk zijn, maar dat sociale context en vroege ervaringen ze vormen, voeden of juist dempen. Als je genetische aanleg hebt kan die onder gunstige omstandigheden blijven slapen. Hij kan ook worden geactiveerd.
De American Psychological Association schat dat ernstige psychopathie zeldzaam is (ca. 1%), terwijl een veel grotere groep meetbare psychopathische trekken vertoont — beïnvloedbaar door opvoeding, peers en leefomgeving.
We “kweken” geen psychopaten uit het niets, maar maatschappijen met ongelijkheid, geweld en falende zorg maximaliseren het risico.
Er zijn twee soorten psychopathische trekken:
  • Primaire: koel en emotieloos in contact met anderen.
  • Secundaire: asociaal en afwijkend gedrag.
Vooral die tweede soort hangt sterk samen met dingen in iemands omgeving, zoals slechte opvoeding, mishandeling, armoede en opgroeien in een criminele buurt. Onderzoekers beschrijven het vaak als een kettingreactie: begint met slecht ouderschap, leidt tot gedragsproblemen, vervolgens slechte schoolprestaties, aansluiting bij foute vrienden en uiteindelijk criminaliteit. Die ketting is niet onvermijdelijk; je kunt haar op punten doorbreken.
Tegelijkertijd blijft aanleg meespelen. Een meta-analyse van tweelingstudies vond grofweg een fifty-fifty verdeling tussen genetische en unieke (niet-gedeelde) omgevingsinvloeden op psychopatische trekken; gedeelde gezinsomgeving woog gemiddeld gering mee, met uitzonderingen bij kinderen met kil‑onempathische (CU) trekken. De les: vroege, gerichte interventies (veilig ouderschap, schoolbinding, pro-sociale netwerken) zijn effectief, juist omdat omgeving ertoe doet.diva-portal+1
Kortom: we “kweken” geen psychopaten uit het niets, maar maatschappijen met ongelijkheid, geweld en falende zorg maximaliseren het risico. Andersom kunnen veilige hechting, ondersteuning en tijdige hulp de donkere randjes afvijlen.

Wat we weten over ‘gemaakt’ vs. ‘geboren’ 

  • Omgeving telt: Dingen als mishandeling, slechte opvoeding, armoede en opgroeien in een criminele buurt vergroten de kans op problematisch, “donker” gedrag.
  • Erfelijkheid speelt mee: Ongeveer de helft van de verschillen tussen mensen in dit soort trekken komt door genen (rond 46%).
  • Eigen ervaringen doen ook veel: De andere grote hap (rond 44%) komt door unieke, persoonlijke ervaringen die je niet met gezinsleden deelt.
  • Vooral gedrag is omgeving-gevoelig: Het blijvend asociale, impulsieve en agressieve gedrag reageert sterk op de omgeving — het kan worden uitgelokt of juist afgeremd door hoe je wordt opgevoed, je school, vrienden en wijk.
Kort samengevat: er is aanleg, maar de omstandigheden waarin je opgroeit bepalen in hoge mate of die aanleg tot problemen uitgroeit.