Archeologen hebben in Zuidoost-Azië het oudste bewijs gevonden van mummificatie ter wereld. De praktijk blijkt vele duizenden jaren ouder te zijn dan we dachten.
Archeologen keken naar 54 oude begrafenissen op 11 verschillende plekken in de regio. Ze vonden bewijs dat prehistorische gemeenschappen van jager-verzamelaars hun doden systematisch rookten. Dit gebeurde al ver voordat de beroemde mummies uit Egypte ontstonden, die tot zo'n 5.500 jaar oud zijn. Zelfs de mummies van de Chinchorro-cultuur in Chili, die 7.000 jaar teruggaan, lijken nu jonger. De Aziatische vondsten zijn tot 12.000 jaar oud en dus de oudste bekende voorbeelden van opzettelijke mummificatie. Het onderzoek verscheen in het wetenschappelijke vakblad PNAS.
‘Gerookt’ boven vuur
De onderzoekers zagen aan de botten dat die op lage temperaturen waren verhit. Dat is precies zoals we vlees langdurig roken boven een vuur. Bij gewone verbranding zouden de botten er anders hebben uitgezien. Veel skeletten lagen bovendien in een gekrompen houding, alsof ze strak waren ingebonden. Sommige botten hadden brandsporen op specifieke plekken, zoals de schedel, armen en benen. Dat zijn precies de delen die het meest blootliggen als je een lichaam boven rook hangt.
Het leuke is: deze oude gewoonte lijkt sprekend op wat sommige volkeren nu nog doen. In Papoea Nieuw-Guinea plaatsen sommige stammen zoals de Dani en Anga hun overledenen maandenlang boven rookvuren tot ze helemaal droog zijn.
Een traditie die millennia overleeft
Deze ontdekking toont een verbazingwekkende culturele lijn door de tijd heen. De wetenschappers denken dat het begon als manier om lichamen te bewaren tegen bederf in het vochtige Zuid-Aziatische klimaat. Maar het had waarschijnlijk ook een diepere betekenis, zoals het eren van voorouders in rituelen.