Jongeren vinden zichzelf fantastisch. Het bedrijfsleven denkt daar anders over

Boeken
donderdag, 16 juni 2011 om 00:00
welingelichtekringen header 1
Vergeleken bij leeftijdgenoten van tien jaar geleden zijn jongeren geboren tussen 1986 en 1995 zelfverzekerder en individualistischer. Dat blijkt vooral tijdens hun zoektocht naar een baan. Ondanks hun gebrek aan ervaring stellen ze hoge eisen aan werkgevers, willen ze gehoord worden en zijn behoorlijk op zichzelf gericht. Dat blijkt uit onderzoek dat Motivaction deed onder bijna duizend respondenten. De resultaten zijn verwerkt in het boek De grenzeloze generatie en de onstuitbare opmars van de B.V. IK van Martijn Lampert en Frits Spangenberg.
Bijna 70 procent van de jongeren vindt zichzelf een 'heel bijzonder persoon' en velen dichten zichzelf nu al goede leiderschapskwaliteiten toe. Ze willen zich onderscheiden, origineel zijn en staan graag in de schijnwerpers.

 Het Nederlandse bedrijfsleven denkt daar iets genuanceerder over. Het vindt starters verwend, ongeduldig en individualistisch. Ze overschatten zichzelf en kunnen niet omgaan met tegenslag. Bijna 80 procent van de respondenten vindt dat jongeren zichzelf centraal stellen en niet tegen gezag kunnen. Meer dan de helft vindt dat het nogal eens schort aan betrokkenheid bij de maatschappij en dat er onvoldoende normbesef aanwezig is.

In het boek luiden de schrijvers de noodklok. Want dit zijn dus de mensen zijn waarop Nederland de komende jaren een beroep moet doen. De babyboomgeneratie gaat binnenkort met met pensioen en er is sprake van een dubbele ontgroening: “Er zijn minder jongeren én ze zijn wezenlijk anders qua mentaliteit", zegt Spangenberg in Eramus Magazine. "Daarbij komt, dat één op de vier jongeren geen startkwalificatie haalt.”