Yehya Kaddouri plande aanslag, maar voelt zich soms slachtoffer

Boeken
woensdag, 21 september 2011 om 00:00
welingelichtekringen header 1
In de periode van de aanslagen van 9/11, de opkomst van Pim Fortuyn, de moord op Theo van Gogh en de aanslag op sheik Yassin radicaliseerde Yehya Kaddouri volledig. Zozeer dat hij in 2004 een aanslag op de Israelische ambassade beraamde. Zover kwam het niet: Kaddouri (toen 17) werd gearresteerd. Na bijna 5 jaar detentie is hij nu vrij en schreef hij het boek 'Lach met de Duivel', waarin hij vertelt over zijn radicalisering en zijn deradicalisering in de bajes.
De discussie die de 9/11 aanslagen opriepen over de islam waren belangrijk voor zijn radicalisering, zegt hij. ‘Ik begon mij vragen te stellen: waar sta ik? Moet ik partij kiezen? Je wordt ter verantwoording geroepen. Voor een jongere begint de zoektocht al snel op internet’. Yehya keek gewelddadige filmpjes en las radicale islamitische teksten.
Yehya belandde bij de dokter met paniekaanvallen. ‘Ik fokte me te veel op. Ik was zo bezig met die politiek, ik dacht dat ik de hele wereld in m’n eentje kon veranderen. Dan neem je te veel hooi op je vork. Ik moest informatie tot mij nemen. Ik moest weten wat er in Palestina gebeurde, in Irak, in Kashmir, in Tsjetsjenië. Dat geeft veel stress'.
‘Maar het is niet puur door de ideologie dat ik zo radicaal werd. Het komt ook door de jongen die ik was. Ik stond behoorlijk zwart-wit in het leven. In religieus opzicht had ik dat ook wel meegekregen: moslims gaan naar de hemel en de rest niet. Dat is met gelovigen. Veel mensen hebben daar last van, dat ze de wereld in tweeën delen: goed en slecht’.
Yehya schrijft over het verschil tussen de ‘innerlijke moraal’ in de Nederlandse cultuur en de ‘uiterlijke moraal’ in de Marokkaanse. Wat ik heb geleerd: als iemand ziet dat je iets fout doet, betrapt worden – bijvoorbeeld door je ouders – dat is wat erg is. Daar zit één van de grote cultuurverschillen. Ik vind de Nederlandse cultuur daarin verder ontwikkeld'.
‘Het duurde lang voordat ik deradicaliseerde. Doordat ik de normale dingen in het leven ging doen: voetballen, darten, een simpel filmpje kijken. In de buitenwereld zoek je de jongens op met dezelfde ideologie en houd je afstand tot de rest. Maar binnen gaat dat haast niet ... Je gaat toch meedraaien met de groepsactiviteiten. Dan ga je normaal denken ... Mij verbaast het niet dat Mohammed B. nog achter zijn ideeën staat, want die zit afgezonderd’.
‘Ik voelde me denk ik wel soms slachtoffer. Het is lastig, als dat zwart-witdenken al zo in je zit. En ik heb snel het gevoel: ik zou eigenlijk alles moeten mogen in deze wereld. Dat is best wel egoïstisch.’
lees verder in De Pers
Bron(nen): De Pers