Waarom mag je niet meer meedoen met het bevolkingsonderzoek als je boven de 75 bent?

gezondheid
dinsdag, 15 juli 2025 om 17:03
ANP-524754586
We hebben in Nederland bevolkingsonderzoeken voor borst-, darm-, prostaat- en baarmoederhalskanker. Maar die stoppen als je 75 bent. Waarom is dat eigenlijk?
Volgens hoogleraar in modellering van vroegopsporing naar kanker bij het Erasmus MC, Iris Lansdorp-Vogelaar, is dat een afweging van voor- en nadelen. "Het risico op kanker neemt toe met de leeftijd. Dit betekent: hoe ouder je wordt, hoe groter het risico en dus hoe groter het voordeel van de screenings."
"Maar als je 75 bent en al die tijd hebt meegedaan aan het bevolkingsonderzoek naar bijvoorbeeld darmkanker, is de kans dat je nog darmkanker krijgt na je 75ste een stuk kleiner", legt ze uit bij EenVandaag. "Daarnaast is het ook zo dat je op een gegeven moment ouder wordt en de ziekte zo langzaam gaat groeien, waardoor je intussen aan andere oorzaken kunt overlijden. Als de ziekte dan toch wordt ontdekt, wil je die natuurlijk gelijk behandelen. Mensen kunnen daardoor wellicht een overbehandeling krijgen."
Er zijn ook ondergrenzen voor de bevolkingsonderzoeken. En er gaan al langer geluiden op om die voor baarmoederhalskanker te verlagen naar 25 of die van borstkanker naar 40 jaar, maar daar willen de experts niet aan. Lansdorp-Vogelaar: "Het komt wel eens voor dat vrouwen onder de 30 baarmoederhalskanker krijgen, maar dat gebeurt niet vaak. De HPV-infectie komt meestal voor bij vrouwen tussen de 20 en 30 jaar, maar een groot deel daarvan lost het lichaam zelf op. Hierdoor ontstaat dus het probleem dat er onnodig veel mensen onder de 30 jaar worden doorverwezen naar een vervolgonderzoek, terwijl het lichaam dit prima zelf kan oplossen."
Helaas mag je er ook niet voor kiezen om tegen betaling eerder of vaker mee te doen aan bevolkingsonderzoeken. "Als je op eigen kosten extra mee zou mogen doen, zou je ongelijkheid creëren", zegt Patricia Hugen, programmamanager van de bevolkingsonderzoeken naar kanker bij het RIVM. "Maar de belangrijkste reden is dat de Gezondheidsraad op goede gronden heeft bepaald voor wie zo'n onderzoek het meest relevant is en bij welke groepen je de minste onnodige uitslagen krijgt."