Als de dagen korter worden, krijgen veel mensen last van somberheid en vermoeidheid. Zo’n vijf procent ontwikkelt zelfs een echte winterdepressie en nog eens tien tot twintig procent ervaart mildere klachten. Het goede nieuws: je kunt veel doen, en het werkt het beste als je al in de herfst begint.
Een winterdip draait vooral om lichttekort. Minder zonlicht betekent minder serotonine (de stof die je stemming regelt) en meer melatonine, het slaaphormoon. Daardoor kun je je moe en somber voelen, zelfs als je genoeg slaapt. Ook vitamine D daalt in de
winter. Dat kan de klachten doen verergeren.
Begin vóór je klachten krijgt
Experts zijn het erover eens dat preventie werkt: mensen die al in de herfst maatregelen nemen, hebben minder last van een winterdip. Lichttherapie is de meest effectieve aanpak. Een halfuur per ochtend bij een lamp van 10.000 lux helpt je biologische klok en serotonineproductie. Begin hier al in de vroege herfst mee. Geen lamp? Ga naar buiten. Zelfs een grijze ochtendwandeling levert veel meer licht op dan binnenverlichting.
Ook regelmatige beweging vermindert mentale klachten en helpt je vitamine D-spiegel stabieler te houden. Drie tot vier keer per week matig intensief bewegen werkt al goed en buiten bewegen werkt nóg beter.
Eet ondersteunend, niet troostend
In de winter heb je sneller trek in koolhydraten, maar zware maaltijden kunnen je juist slomer maken. Kies voor voeding die je stemming ondersteunt, zoals vette vis, bladgroenten en eieren. Een vitamine D-supplement is in de wintermaanden voor vrijwel iedereen nuttig.
De korte dagen verstoren daarnaast ook je biologische klok. Vaste bed- en opstaantijden helpen, net als structuur overdag. Door kleine activiteiten te plannen, voorkom je dat je in lethargie wegglijdt.
Wanneer is het meer dan een dip?
Blijvende somberheid, vermoeidheid, slaapproblemen, eetlustveranderingen, concentratieproblemen of gedachten over zinloosheid kunnen wijzen op een winterdepressie. Neem dan contact op met je huisarts.