‘Al sinds mijn puberteit word ik in Brussel lastiggevallen’
Na 'Femme de la rue' komt het nultolerantievoorstel kinderlijk over, vindt Celia Ledoux.
Deze week, onderweg naar mijn Amsterdamse schrijfplek. Een passerende fietser zegt "Sow meid, wat een beejne". Ik ben verbluft. Omdat het goedmoedig, complimenterend, niet-bedreigend klonk. Omdat ik in Brussel al een dozijn keer agressief geschoffeerd was. Vooral: ik had onnadenkend een luchtige zijden zomerjurk aangetrokken. Dat waag ik thuis zelden.
Al sinds mijn puberteit word ik in Brussel lastiggevallen. Nooit met een man erbij, zelden met mijn kind, vaak met vriendinnen. Putain, sale conasse, je te la mets dans le cul. Het blijft schokkend.
Als ik de situatie aankaart, volgen drie mogelijke reacties. Eén, vrouwen (soms mannen) sympathiseren defaitistisch, twee, iets over nultolerantie en vuist maken en drie, men doet ongemakkelijk. Wat droeg ik, deed ik, wat veroorzaakte het? Zoiets komt toch niet vanzelf?
Lees verder
Samenvatting:
Het is de schuld van…….de maatschappij.
Daders zijn………………..eigenlijk slachtoffers.
Het is begrijpelijk omdat………………ze in achterstandswijken leven.
En zo wiegen we onszelf weer in slaap en blijft alles zoals het was.
Tot een volgende, steeds weer groter, gewelddadiger of angstaanjagender feit in de openbaarheid komt.
En dan steken we dezelfde riedel af. Rinse, wash, repeat!
Sorry hoor, maar wat een onzin! wat Celia Ledoux beweert! Het heeft helemaal niks met de combinatie culturele en sociaal-economische omstandigheden te maken, want waarom maken de vrouwen, zusters en dochters van die mannen zich dan niet schuldig aan seksistisch gedrag? Die zitten in dezelfde penibele sociaal-economische omstandigheden. En zij hebben eigenlijk nóg meer reden om gefrustreerd te zijn, want als vrouw heb je helemaal niks in de melk te brokkelen in die kringen. Zie je hen zich misdragen naar vreemde mannen op straat, of op de werkvloer?…
Nee, het is een probleem van seksueel gefrustreerde mannen. Natuurlijk zie je ook bij westerse, blanke mannen in lagere sociale klassen (tot aan de lagere middenklasse) dat zij ook een combinatie van seksuele frustraties en sociaal-economische frustraties op vreemde, voorbijgaande vrouwen botvieren. Het is natuurlijk héérlijk om een vrouw waarvan je weet dat die nooit enige seksuele en/of sociaal-economische interesse in je zal tonen bij voorbaat alvast te vernederen. Dat gebeurt zelfs subtiel met het stopwoordje “schat”. Amsterdamse mannen uit lagere sociale klassen vinden het heerlijk om alle vrouwen toe te spreken met “schat”. Eigenlijk bedoelen ze meestal “bitch” maar daar is op een gegeven moment ironisch “schat” van gemaakt (waarschijnlijk na klachten van vrouwen in hun eigen kringen, waarna ze er plagerig “schat” van hebben gemaakt). Dus zelfs het schijnbaar onschuldige “schat” is een subtiele uiting van frustratie en seksisme. Het is hun manier om jou even op je plaats te zetten.
Maar ook hoger opgeleide mannen uiten hun seksuele frustraties naar vrouwen waarvan ze weten dat die nooit interesse in hen zullen tonen. Huisartsen die steeds met net iets teveel gewicht hun kruis tegen je been aan laten leunen als je op de onderzoekstafel ligt. (En je kunt er natuurlijk geen klacht over indienen, want bewijs het maar eens! Het enige wat je dan kunt doen is nooit meer naar die huisarts gaan.) Collega’s die telkens weer opmerkingen maken over hoe aantrekkelijk je er vandaag weer uitziet, en dan op een manier waarin ze met hun lichaamstaal hun bijbedoelingen subtiel door laten schemeren en dat, ondanks je vriendelijke verzoeken het daarbij te laten, tot vervelends toe herhalen. Werkgevers die zich net iets te stevig tegen je aandrukken bij een begroetingsomhelzing. Werkgevers die je ontslaan als je niet op hun avances ingaat. Mogelijk toekomstige werkgevers die je geen baan geven als je hun subtiele avances niet beantwoord/negeert. Vrienden van je moeder die, als je moeder even de kamer uit is, ongevraagd aan je borsten voelen en vervolgens zeggen “Zo, wat wordt jij al een grote meid!”. Vaders van vriendinnetjes die nog (naakt) in bed liggen als je op bezoek komt en – als er niemand bij is – de lakens openslaan met een grote paal en zeggen “kom er gezellig bij liggen”. En ga zo maar door…
En dan heb ik het nog niet eens over al het commentaar wat je op de openbare weg ten deel valt van een bepaald soort mannen.
Kortom, seksuele intimidatie en ongewenste intimiteiten, expliciet of subtiel geuit, is een typisch mannending. Niet een typisch allochtone mannending (alhoewel die minder subtiel en schaamtelozer zijn in het uiten van hun gebrek aan respect naar vrouwen).
Mijn indruk is toch dat het te maken heeft met dat vrouwen eeuwenlang overgeleverd waren aan mannen omdat mannen fysiek sterker zijn. Vrouwen hebben nog maar kort geleden (1920), met heel veel moeite, het kiesrecht afgedwongen en hebben zich nog korter geleden (in de jaren 60) geëmancipeerd.
Het enige wapen wat mannen nog in handen hebben, en waarmee ze hun frustraties – over dat ze niets meer te vertellen hebben over vrouwen – kunnen botvieren, is het minachten/niet serieus nemen van de persoonlijke en lichamelijk integriteit van vrouwen. Ook al hebben vrouwen op allerlei gebieden vrije keuzes afgedwongen, ze kunnen niet bepalen hoe mannen ze toespreken en behandelen. Als mannen dus hun frustraties willen uiten door middel van het vernederen van vrouwen, dan doen ze dat (“En wat dacht jij er tegen te doen, schatje?… Ik ben namelijk nog altijd fysiek sterker dan jij.”)
Een bepaald soort mannen (met een groot ego en een hoge dunk van zichzelf) voelen zich aangetast in hun trots als een vrouw hen niet kiest. Dus nemen ze vervolgens wraak door een vrouw – vaak bij voorbaat al – te vernederen met woorden, schaamteloze blikken en seksuele opmerkingen.
Mannen die een groot ego en een hoge dunk van zichzelf hebben komt voor onder alle lagen van de bevolking en in alle culturen. En het heeft dus helemaal niets te maken met sociaal-economische omstandigheden!