Waar we het meest spijt van hebben als we bijna doodgaan

dinsdag, 12 maart 2024 om 13:36

Mensen die weten dat ze snel gaan streven kunnen hun leven nog overzien en overwegen wat goed is gegaan en wat anders had gekund. De inzichten hieronder zijn afkomstig van palliatieve zorgverleners en onderzoek naar de ervaringen en spijtbetuigingen van mensen in de laatste fase van hun leven. Het benadrukt het belang van het leven naar eigen inzicht, het koesteren van relaties, en het nastreven van persoonlijk geluk en voldoening.

Had ik maar mijn leven op mijn eigen manier geleid, niet het leven dat anderen van me verwachtten of wilden. Dit is de meest voorkomende spijtbetuiging. Veel mensen realiseren zich dat hun leven bijna voorbij is en zien dan pas hoeveel dromen onvervuld zijn gebleven, vaak omdat ze keuzes maakten of juist niet maakten op basis van wat anderen van hen verwachtten.
Had ik maar niet zo veel gewerkt. Dit is een veelgehoorde spijtbetuiging, vooral onder mannen die terugkijken op hun leven en beseffen dat ze te veel tijd aan hun werk hebben besteed ten koste van tijd met hun gezin en dierbaren.
Had ik maar de moed gehad om mijn gevoelens te uiten. Veel mensen betreuren dat ze hun gevoelens niet vaker hebben geuit, wat leidde tot onvervulde relaties en een gevoel van niet volledig leven.
Had ik maar contact gehouden met mijn vrienden. Op hun sterfbed realiseren velen zich hoe belangrijk vriendschappen zijn geweest en betreuren ze het dat ze deze relaties niet hebben onderhouden.
Had ik mezelf maar toegestaan gelukkiger te zijn. Dit is een verrassend veelvoorkomende spijtbetuiging, waarbij mensen beseffen dat geluk een keuze is en betreuren dat ze zichzelf niet hebben toegestaan om gelukkiger te zijn door vast te houden aan bekende patronen en zich te veel zorgen te maken over wat anderen van hen denken.

Een groot Amerikaans onderzoek levert een vergelijkbaar antwoord op: de uitkomsten komen bijna helemaal overeen met onderzoeken over de spijt die terminale patiënten hebben over het leven dat ze bijna gaan verlaten.

Ik zou willen dat ik de moed had gehad om een leven te leiden trouw aan mezelf, niet het leven dat anderen van me verwachtten.
Ik zou willen dat ik niet zo hard had gewerkt.
Ik zou willen dat ik de moed had gehad om mijn gevoelens te uiten.
Ik zou willen dat ik in contact was gebleven met mijn vrienden.
Ik zou willen dat ik mezelf gelukkiger had laten zijn.