Werkgevers verbieden Facebook en GeenStijl

Opinie
zondag, 07 november 2010 om 00:00
welingelichtekringen header 1
Een groot deel van de Nederlandse werkgevers maakt websites ontoegankelijk voor zijn personeel. Dat blijkt uit het Intermediair Beste Werkgevers Onderzoek 2010 dat op 2 december wordt gepubliceerd.
De helft van de deelnemende organisaties blokkeert bepaalde websites. In de helft van de gevallen gaat het om porno- en erotieksites. Het onderzoek, uitgevoerd door bureau SatisAction onder 78 bedrijven en non-profitorganisaties, wijst verder uit dat 10% van de organisaties bezoek aan datingsites onmogelijk maakt. Acht procent blokkeert het bezoek aan sociale netwerksites als Hyves en Facebook en voor 5% van de werkgevers zijn Twitter en de website GeenStijl no go areas.
Ook de Autoriteit Financiële Markten (AFM) acht sommige sites ongeschikt voor op het werk, met name gok- en gamesites. Sociale netwerksites zijn wel toegankelijk. Als werknemers beroepsmatig iets moeten opzoeken, kunnen ze de helpdesk bellen om toegang te krijgen. Als iets niet beroepsmatig is, is het volgens AFM ook niet nodig om die site op het werk te bezoeken.'
ICT-journalist Brenno de Winter vindt het afsluiten van websites ineffectief. ‘Mensen zijn creatief, ze zoeken hun eigen weg wel. Ze gebruiken bv. hun smartphone als alternatief'. Het kan een productiviteitsargument zijn, maar daarmee gaan bedrijven voorbij aan het feit dat werknemers ook wel eens tot 23:00 uur met hun werk bezig zijn. Het idee dat je van 9 tot 5 werkt en daarbuiten niet, is niet van deze tijd. Dat laatste beaamt Kim Castenmiller, organisatiepsycholoog en auteur van het boek 'Generatie Y: aan het werk'. Daarin legt zij de kenmerken uit van de werkende generatie geboren na 1980. ‘Het is heel traditioneel om werk en privé te scheiden. Die grenzen vervagen.'
Het blokkeren van sociale netwerksites vinden De Winter en Castenmiller kortzichtig. De Winter: ‘Een uitgebreid sociaal netwerk op een site als Facebook of Twitter heeft ook voor de werkgever een meerwaarde.'
Bron(nen): Intermediair