Zo maak je een goede indruk op je eerste werkdag

Partnerposting
dinsdag, 27 mei 2025 om 7:05
1747901526393

Je eerste werkdag… spannend! Je weet dat je maar één kans hebt om een eerste indruk te maken, en dat geeft al snel wat zenuwen. Wat als je per ongeluk de naam van je manager vergeet? Of ineens niet meer weet waar je naartoe moest? Geen zorgen. Iedereen vindt zo'n eerste dag spannend. Het goede nieuws? Met een beetje voorbereiding kun je zelfverzekerd en relaxed beginnen. In deze blog geef ik je tips om een topindruk achter te laten, inclusief hoe je je outfit kiest.
Wees op tijd!
Klinkt als een open deur, maar te laat komen op je eerste werkdag is gewoon niet de vibe. Check de avond van tevoren al hoe je er komt. Reis je met het ov? Kijk dan of er geen vertragingen zijn. Ga je met de auto? Plan wat extra tijd in voor files of parkeerdrama’s. Te vroeg? Loop nog even een blokje om of neem een koffietje in de buurt. Vijf tot tien minuten voor aanvang binnenkomen is perfect.
Kleed je passend (maar wel jezelf blijven). Zo maak je een goede indruk op je eerste werkdag
Je outfit is het eerste wat mensen van je zien. Je hoeft echt geen catwalk-look aan te trekken, maar verzorgd en passend bij het bedrijf is wel key. Ga je werken bij een creatief bureau? Dan kun je vaak wat losser gekleed gaan. In een formele kantoorsetting is het slim om wat netter voor de dag te komen.
Met de kleding van Yaya zit je eigenlijk altijd goed. De stijl is vrouwelijk, comfortabel en toch netjes. Denk aan een mooie blouse met een classy broek, of een zachte trui met een chique rok. Zo voel je je goed én zie je er professioneel uit. Win-win!
Lach en wees vriendelijk
Klinkt simpel, maar het werkt. Een glimlach doet veel. Je hoeft echt niet alles te weten of meteen iedereen te onthouden, als je maar vriendelijk bent. Stel jezelf voor, toon interesse en wees open. Niemand verwacht dat je op dag één alles weet, dus stel gerust vragen.
Ook handig: probeer alvast wat namen te onthouden van mensen die je ontmoet. Herhaal hun naam even in het gesprek ("Leuk je te ontmoeten, Sophie!"). Zo blijft het beter hangen.
Wees nieuwsgierig en stel vragen om een goede indruk achter te laten
Nieuwsgierig zijn is niet vervelend – het is juist goed! Vraag hoe dingen werken, wie waar verantwoordelijk voor is, of hoe de koffiemachine werkt (ja, dat is óók belangrijk). Mensen vinden het fijn als je interesse toont en initiatief neemt.
Laat ook zien dat je bereid bent om te leren. Foutje gemaakt? Geen ramp. Geef het eerlijk toe en vraag hoe je het de volgende keer beter kunt doen. Die open houding valt vaak goed.
Houd het luchtig tijdens de lunch
De lunch is hét moment om je collega’s beter te leren kennen. Sluit je aan als er gezamenlijk geluncht wordt, en klets mee. Je hoeft niet meteen je hele levensverhaal te delen, maar een paar persoonlijke dingen vertellen zorgt ervoor dat je toegankelijk overkomt. Denk aan waar je woont, of je huisdieren hebt of wat je graag doet in het weekend.
En luister natuurlijk ook naar wat anderen vertellen. Mensen vinden het leuk als je oprecht geïnteresseerd bent. Stel een paar vragen terug en je zit zo in een gezellig gesprek.
Toon initiatief (maar overdrijf niet)
Laat zien dat je gemotiveerd bent. Vraag of je ergens mee kunt helpen als je even niks te doen hebt. Maar: voel ook aan wanneer het even genoeg is. Op je eerste dag hoef je echt nog niet te shinen alsof je de baas bent. Rustig aan, leer eerst het bedrijf en de cultuur kennen. Je hoeft niet alles in één dag te bewijzen.
Reflecteer aan het einde van de dag
Loop aan het einde van de dag even bij je leidinggevende langs of stuur een kort berichtje: “Bedankt voor de fijne ontvangst vandaag, ik heb er zin in om hier te werken!” Daarmee laat je zien dat je betrokken bent. Bovendien blijf je op een positieve manier hangen in hun hoofd en dat is precies wat je wilt.
De eerste dag is vaak intens. Nieuwe indrukken, nieuwe mensen, een nieuwe omgeving... logisch dat je aan het einde van de dag moe bent. Geef jezelf de ruimte om bij te komen. Ga lekker op tijd naar bed en wees trots op jezelf: je hebt het toch maar even gedaan!