Rutte sluit snellere versoepeling niet uit en wil adviesclub voor 1,5 metersamenleving

Politiek
woensdag, 22 april 2020 om 19:47
hh 409715015
De maatregelen tegen het coronavirus die dinsdag tot en met 19 mei werden verlengd, zullen niet per se allemaal tot die dag gelden. Als nieuwe wetenschappelijke inzichten meer ruimte bieden voor bedrijven waar geen 1,5 meter afstand kan worden gehouden, zoals kappers of masseurs, sluit premier Mark Rutte niet uit dat die eerder open kunnen.
De "maatschappelijke analyse" over hoe de corona-maatregelen kunnen worden afgebouwd verdient een eigen adviesraad, vindt ook premier Mark Rutte. Een groep experts moet het kabinet gaan adviseren hoe om te gaan met schaarse ruimte in de 1,5 metersamenleving en welke sectoren daar bijvoorbeeld voorrang in krijgen.
Dat zegt de minister-president in debat over het coronavirus met de Tweede Kamer. PvdA-leider Lodewijk Asscher vraagt al langer om zo'n raad. Woensdag klonk de roep vanuit meer partijen om een panel van deskundigen op sociaal-economische onderwerpen, zoals het Outbreak Management Team (OMT) op medisch gebied advies uitbrengt. Rutte noemde die adviezen recent nog "heilig".
Omdat de afbouw van de hygiënemaatregelen onontgonnen terrein betekent voor het kabinet, zou zo'n raad ook met dilemma's kunnen helpen. Bovendien kunnen de aanbevelingen openbaar gemaakt worden, wat voor meer transparantie zorgt.
Denktank
Rutte wil wel voorkomen dat het een soort economische OMT wordt. Hij wil breder kijken naar het "organiseren van deskundigheid op bijvoorbeeld schaarse ruimte", maar ook handhaving en de inrichting van kantoren als mensen niet meer zo veel mogelijk thuis hoeven te werken. Vorige week zag de premier nog weinig in zo'n adviesclub, maar nu zegt hij toe na te denken over hoe zo'n adviesraad kan worden ingericht.
In het debat wees Rutte overigens ook op een denktank die is opgericht om zich over de "economische en sociale gevolgen" van de coronacrisis te buigen. Die is opgericht door PvdA-coryfee Mariëtte Hamer, nu voorzitter van de Sociaal-Economische Raad. In die denktank hebben "alle kennisinstituten" zich verenigd, zoals het Centraal Planbureau, het Centraal Bureau voor de Statistiek en de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid. Ook werkgeversorganisaties en bonden zijn vertegenwoordigd.