Goede voornemens voelen fantastisch in de eerste week van januari, maar de nuchtere wetenschap is weinig romantisch: onderzoek laat zien dat zulke voornemens in naar schatting
ruim 90 procent van de gevallen mislukken. Dat komt niet doordat mensen lui of karakterloos zijn, maar omdat vage doelen als “gezonder leven” of “minder uitstellen” geen concreet gedrag aansturen en snel verdrinken in de drukte van alledag.
Psychologen wijzen erop dat
uitstelgedrag meestal begint met een mix van weerzin en lichte angst: de taak voelt groot en onoverzichtelijk,
dus schuiven we haar voor ons uit om op korte termijn even opluchting te voelen. Die opluchting wordt vaak verpakt als een nobel voornemen – “morgen begin ik écht” – waardoor het patroon zichzelf versterkt.
Wat wél werkt, zijn kleine, precies omschreven gewoontes. Gedragswetenschapper BJ Fogg vat het samen in zijn Fogg Behavior Model: gedrag ontstaat als motivatie, mogelijkheid en een duidelijke prompt samenkomen. In plaats van één heroïsche ommezwaai adviseren onderzoekers drie praktische strategieën.
(Tiny Habits)Ten eerste: maak het gedrag belachelijk klein. Fogg spreekt over
“tiny habits”, microgewoontes die zo eenvoudig zijn dat je er nauwelijks motivatie voor nodig hebt, zoals elke ochtend één alinea schrijven of één minuut opruimen. Ten tweede: koppel het nieuwe gedrag aan een vaste “anker‑actie”, bijvoorbeeld direct na het zetten van koffie je laptop openen; zo wordt de context zelf de herinnering. Ten derde: formuleer zogenoemde if‑then‑plannen – “Als het 20.00 uur is, dan leg ik mijn telefoon weg en open ik mijn boek” – waarvan tientallen studies laten zien dat ze het daadwerkelijk uitvoeren van plannen aanzienlijk vergroten.
Wie dus minder wil uitstellen, kan beter stoppen met grootse voornemens en beginnen met microscopische, slim geplande gewoontes. Niet het vuurwerk van 1 januari telt, maar de bijna onzichtbare keuzes van elke gewone dag.
Werkt wel: Implementation Intentions
Implementation intentions zijn een manier om dagelijkse taken bijna automatisch te laten gebeuren: je vertaalt een vaag voornemen naar een concreet “als‑dan”-plan. Psycholoog Peter Gollwitzer beschrijft het zo: “If situation X is encountered, then I will perform response Y”. Daarmee koppel je een specifieke situatie (de trigger) aan een vooraf gekozen actie, zodat je op het moment zelf niet meer hoeft na te denken.
Begin met één taak die je vaak uitstelt, bijvoorbeeld mail wegwerken of sporten. Formuleer eerst het doel (“ik wil elke werkdag mijn inbox bijhouden”) en zoek daarna een vaste cue in je dag. Onderzoek laat zien dat implementation intentions beter werken naarmate de situatie nauwkeuriger is omschreven in tijd, plaats en context. Een voorbeeld: “Als ik mijn eerste kop koffie op heb, dan open ik direct mijn inbox en werk ik 15 minuten mail weg.”
Voor dagelijkse klussen kun je dit principe overal inzetten. Enkele voorbeelden:
- “Als ik thuiskom en mijn schoenen uittrek, dan leg ik meteen de post op één stapel en gooi ik reclame weg.”
- “Als het 21.30 uur is, dan leg ik mijn telefoon in de keuken en pak ik mijn boek.”
Belangrijk is dat je de formulering letterlijk houdt en herhaalt. Studies naar if‑then‑plannen tonen aan dat zo’n simpele zin de kans dat je gedrag volgt aanzienlijk vergroot, juist bij doelen waar mensen anders blijven uitstellen. Schrijf je plannen desnoods op een post‑it bij je bureau of op de koelkast en concentreer je telkens op de eerstvolgende keer dat “als” zich voordoet. Na verloop van tijd wordt de koppeling tussen cue en actie een gewoonte en kost de taak minder wilskracht.