Zeker tien kandidaten voor de Tweede Kamer zijn non-binair of genderqueer. Ze identificeren zich niet als man of vrouw. Het gaat om minder dan 1 procent van alle 1166 kandidaten. Dat is meer dan bij de Kamerverkiezingen van 2023, toen er vier non-binaire kandidaten waren (0,4 procent).
Volgens schattingen van statistiekbureau CBS zijn ongeveer 45.000 mensen in Nederland non-binair of genderqueer, wat neerkomt op ongeveer 0,25 procent van de bevolking.
Een van de tien kandidaten is Ines Kostić van de Partij voor de Dieren. Zij werd na de verkiezingen van 2023 het eerste non-binaire Kamerlid van Nederland. Op de huidige lijst staat ze op plek twee, achter lijsttrekker Esther Ouwehand. Kostić gebruikt de voornaamwoorden zij/haar en die/diens. De andere non-binaire kandidaten staan niet op een verkiesbare plaats.
Vertegenwoordigd
Transgender Netwerk Nederland noemt het belangrijk dat trans en non-binaire mensen op de kandidatenlijsten staan. Ze kunnen zo vertegenwoordigd worden en invloed uitoefenen, aldus de belangenorganisatie.
Ongeveer een op de drie kandidaten woensdag is vrouw. Dat aandeel is iets lager dan bij de vorige Kamerverkiezingen. De organisatie Stem op een Vrouw vindt dat teleurstellend. "Enkele partijen hebben bewust gekozen voor een gelijke verdeling, maar veel doen dat niet", zegt directeur Devika Partiman. Partijen met weinig vrouwen op de lijst zijn volgens haar vaak populair, terwijl kiezers dat niet altijd doorhebben.
SGP: geen vrouw verkiesbaar
Bij de Partij voor de Dieren en GroenLinks-PvdA is iets meer dan de helft van de kandidaten vrouw, bij D66 precies de helft. SGP stelt opnieuw geen enkele vrouw verkiesbaar. Van de partijen die nu in de Kamer zitten, heeft ook JA21 weinig vrouwen op de lijst, met 7 van de 46 kandidaten.
Vrouwen staan wel wat vaker in de top van de kandidatenlijsten. Van alle kandidaten op de eerste vijf plekken van de deelnemende partijen is 40 procent vrouw.