Goed nieuws voor miljoenen Nederlanders: de AOW gaat omhoog. Door de stijging van het minimumloon krijgen zowel alleenstaanden als samenwonenden volgend jaar meer
geld. Maar hoeveel hou je daar netto van over? En hoe zit het met de loonheffingskorting?
Per 1 januari 2026 gaat het minimumloon omhoog en dat werkt automatisch door in de AOW. Hoe hoog jouw uitkering precies is, hangt af van je leefsituatie. Alleenstaanden ontvangen een hoger bedrag dan mensen met een partner. Daarnaast speelt de loonheffingskorting een belangrijke rol. Die mag je namelijk maar bij één inkomen toepassen. Ontvang je naast je AOW ook een aanvullend pensioen, dan moet je dus kiezen waar je dat belastingvoordeel inzet.
Alleenstaanden
Voor alleenwonenden bedraagt de AOW in 2026 bruto 1.637,57 euro per maand. Daar gaat altijd een bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw) vanaf van 4,85 procent, goed voor 79,42 euro.
Gebruik je de loonheffingskorting, dan betaal je verder geen loonheffing en blijft er netto 1.558,15 euro over. Zet je die korting niet in, dan wordt er ook loonheffing ingehouden. Die bedraagt volgend jaar 291,50 euro. In dat geval ontvang je netto 1.266,65 euro per maand.
Samenwonende partners
Voor mensen die samenwonen of getrouwd zijn, ligt het bruto AOW-bedrag lager: 1.122,15 euro per maand. Ook hier gaat eerst de Zvw-bijdrage vanaf, die uitkomt op 54,42 euro.
Met loonheffingskorting houd je dan netto 1.067,70 euro over. Zonder die korting wordt er nog eens 200 euro aan loonheffing ingehouden, waardoor het netto bedrag uitkomt op 867,70 euro per maand.
Vakantiegeld
Naast de maandelijkse AOW bouw je ook vakantiegeld op. Alleenwonenden sparen 106,55 euro bruto per maand, partners 76,10 euro bruto. Dat extraatje wordt in mei uitgekeerd.