Als er één ding duidelijk wordt uit de nieuwste cijfers over bananenconsumptie per hoofd van de bevolking in
Europa, dan is het dat de banaan allang geen tropisch luxegoed meer is, maar dagelijkse kost. In Portugal (17,9 kilo per persoon per jaar) en Griekenland (15,4 kilo) worden bananen in recordtempo verorberd. Ook Belgen (20,7 kilo) en Finnen (17,5 kilo) zijn dol op de kromme gele snack. Maar er is één land dat er in Europa met kop en schouders bovenuit torent; en dat is Nederland.
Oost-Europa blijft achter
Aan de oostkant van het continent is het enthousiasme duidelijk minder. Hongarije (3,9 kilo) en Polen (3,5 kilo) zitten aan de onderkant van de schaal. Roemenië (8,6 kilo) en en Bulgarije (7,2 kilo) doen het iets beter, maar halen bij lange na niet het West-Europese gemiddelde.
Nederland banaanland
Nederlandse bananeneters zijn niet te stoppen en verorberen jaarlijks liefst 26,4 kilo per persoon. Dat is fors meer dan onze oosterburen in Duitsland (12,3 kilo), Groot Brittannië (12,9 kilo) en Frankrijk (10,4 kilo).
De banaan blijft groeien
Toch is er voor de banaan nog een heel continent te winnen. Of je nu in Portugal woont of in Polen, de banaan is relatief goedkoop, voedzaam en makkelijk mee te nemen. Het zou zomaar kunnen dat deze gele krachtpatser in de komende jaren nog meer fans krijgt. Misschien zelfs in Azerbeijan, waar nu nog maar 5,1 kilo per persoon per jaar wordt gegeten.