Wordt China (ook) een wetenschappelijke grootmacht?

Wetenschap
door Admin
zondag, 20 juni 2010 om 00:00
welingelichtekringen header 1
China wil nummer 1 van de wereld worden. De meeste mensen (gelukt), de meeste export (gelukt), het sterkste leger (wordt aan gewerkt), de sterkste munt (idem), de beste sporters en ook de beste wetenschap. Over dat laatste aspect laat Die Zeit zich deze week uit.
Nog voor 2050 wil China de toonaangevende natie inzake wetenschap zijn en dat mag wat kosten. Jaarlijks wordt het budget voor research met 20 procent verhoogd en al in 2008 stond China qua besteed geld aan onderzoek op de derde plaats van de wereldranglijst (alleen de VS en Japan gaven meer uit).
Inzake natuurkunde, chemie, nanotechnologie en biowetenschappen wordt zo op meerdere plekken in het land keihard gewerkt aan nieuwe inzichten en ontdekkingen. China neemt met deze wetenschappelijke ambities graag een voorbeeld aan de sportieve successen die het land kende nadat de staat zich intensief met topsport is gaan bezighouden. Vraag is alleen in hoeverre topsport en wetenschap vergelijkbaar zijn, en of wetenschappelijke topprestaties zich wel zo makkelijk laten plannen.
Want volgens Die Zeit komen wetenschappelijke innovaties doorgaans juist in een sfeer van vrijheid tot stand en dat is iets dat niet zelden in China ontbreekt. Zo is het de staat die verordonneert op welke deelterreinen baanbrekend onderzoek dient te worden verricht. Er zijn 20 'megaprojekten' door de overheid bedacht en bij de wetenschappers wordt als het ware besteld welke vorderingen ze dienen te maken.
Maar het probleem is nog omvangrijker. Al op lagere scholen wordt van Chinese kinderen verwacht dat ze 'alles' uit hun hoofd leren en is minder oog voor creatieve trainingen die later - als iemand zich overgeeft aan nieuw wetenschappelijk onderzoek - hun vruchten zouden kunnen afwerpen.
Bijzondere wetenschappelijke vindingen komen dikwijls tot stand door intelligente mensen vrij te laten en het toeval een kans te geven. Tot op heden is het belang van deze faciliteit nog niet tot iedere Chinese hoogwaardigheidsbekleder doorgedrongen.
Bron(nen): Die Zeit