Wetenschappers waarschuwen voor een gevaarlijk dilemma bij het afweren van asteroïden: sla je op de verkeerde plek in, dan kan het ruimtegesteente jaren later alsnog op ramkoers met de aarde komen. Nieuwe onderzoeksmethoden moeten voorkomen dat zulke reddingsmissies averechts uitpakken. Het probleem werd zichtbaar na NASA’s geslaagde DART-missie in 2022, waarbij een ruimtevaartuig met succes de baan van een asteroïde wist te veranderen. Die technische overwinning bewees dat we asteroïden kunnen afweren. Tegelijkertijd bracht de missie een verontrustend inzicht: een verkeerd gerichte klap kan gevaarlijker zijn dan helemaal niets doen.
In de
ruimte bestaan namelijk zogenaamde gravitatiezones (een soort kosmische slingergaten) waar asteroïden doorheen kunnen vliegen en vervolgens terugkeren. Onderzoekers van de ngo Europlanet noemen zo’n zone een keyhole. Wanneer een asteroïde daar doorheen gaat, kan de zwaartekracht van een
planeet hem terugkaatsen richting aarde, soms pas decennia later, maar de dreiging blijft reëel.
Precisiewerk in de ruimte
Om dat te voorkomen ontwikkelde het team een soort ‘landingskaart’ voor asteroïden. Ze simuleerden miljoenen mogelijke inslagscenario’s om te berekenen waar een ruimtevaartuig het beste kan toeslaan. Hun computersystemen leveren voor elke asteroïde een kleurenkaart op: sommige zones zijn veilig om te raken, andere kunnen de asteroïde juist een keyhole in sturen.
Dat is geen louter theoretisch probleem. In 2024 alleen al ontdekten astronomen 3.123 nieuwe asteroïden die in de verre toekomst mogelijk in de buurt van de aarde kunnen komen. Met nieuwe telescopen zoals het Vera Rubin Observatory zal dat aantal nog veel verder toenemen, voorspellen de onderzoekers. En hoewel de kans klein is dat een van deze objecten daadwerkelijk inslaat, is die nooit nul.