Van alle lichaamsdelen die de mens onderscheiden van andere dieren, is er één mysterie dat biologen al decennialang bezighoudt: waarom zijn wij de enige zoogdieren met een uitstekende kin? Biologen kunnen tegenwoordig goed reconstrueren hoe organismen zich ontwikkeld hebben. Door de evolutionaire stamboom te volgen, wordt duidelijk in welke volgorde verschillende lichaamsdelen ontstonden. Zo kregen dieren eerst een lichaam voordat ruggengraat en ledematen verschenen.
Deze chronologie helpt wetenschappers begrijpen hoe we gebouwd zijn, maar verklaart niet altijd waarom bepaalde eigenschappen ontstonden. Voor die vraag gebruiken onderzoekers het fenomeen van convergente evolutie, wanneer verschillende diergroepen onafhankelijk van elkaar vergelijkbare kenmerken ontwikkelen. Door diergroepen te vergelijken, kunnen biologen meer leren over waarom iets ontstaan is.
Het kinprobleem
Bij de menselijke kin ontbreekt deze vergelijkingsmogelijkheid volledig. Dat zegt onderzoeker Max Telford in een stuk in The Conversation. Wetenschappers hebben verschillende theorieën bedacht: misschien versterkte de kin de kaak tijdens gevechten, of ontstond deze als bijproduct van zachter voedsel door koken. Een van de hypotheses is zelfs dat een sterke kin er gewoon goed uitziet wanneer mannen een baard hebben.
Alle hypotheses klinken plausibel, maar ze zijn stuk voor stuk onmogelijk te toetsen. Omdat alleen Homo sapiens een kin ontwikkelde, kunnen onderzoekers geen patronen ontdekken door vergelijking met andere soorten. Zelfs de neanderthaler had geen kin zoals de onze. Voorlopig blijft de vraag van onze kin daarom gewoon onbeantwoord.