Kop-staartbotsing? Achteroprijder is bijna altijd de pineut, behalve in deze vier situaties

auto
donderdag, 20 november 2025 om 12:05
ANP-466079129
Bij een kop-staartbotsing is de schuldvraag vaak al snel beantwoord: de achteroprijder heeft niet opgelet en moe de portemonnee trekken. Toch blijkt het in de praktijk minder zwart-wit. Volgens de wet moet je als bestuurder kunnen stoppen “binnen de afstand waarover hij de weg kan overzien én waarover deze vrij is.” Maar er zijn vier duidelijke uitzonderingen.
Onnodig en plotseling remmen
Wie zonder reden hard op de rem trapt, kan zelf aansprakelijk worden gesteld. Denk aan abrupt remmen bij een groen verkeerslicht of voor een flitspaal. In zulke gevallen kan de verzekeraar concluderen dat de voorligger onzorgvuldig reed.
Remmen voor kleine dieren
Vol in de ankers gaan voor een kat of eend is diervriendelijk, maar juridisch kan het tegen je werken. Voor kleine dieren (kleiner dan een hond) is er meestal geen “verkeersnoodzaak”. Rem je toch hard en knalt iemand achterop, dan kun jij aansprakelijk zijn. Bij grotere dieren ligt dat anders.
Fout invoegen of van rijstrook wisselen
Snijd je iemand af tijdens het inhalen of invoegen en rem je vervolgens, dan kun je worden gezien als veroorzaker van de botsing. De achterligger kan je dan met succes beschuldigen van het feit dat je geen veilige afstand aanhield.
Wegrijden uit parkeerstand
Rijd je weg uit een parkeervak en botst iemand achterop, dan is die achterligger in principe niet schuldig. Maar hield die persoon onvoldoende afstand, dan kan die alsnog aansprakelijk worden gesteld.
Bewijslast ligt bij de achteroprijder
Ontkent de voorligger dat hij zomaar remde, dan moet jij dat bewijzen. Getuigen, een volledig ingevuld schadeformulier, politierapporten en vooral dashcambeelden kunnen daarbij cruciaal zijn. Foto’s van schade en voertuigposities helpen ook om het verhaal rond te krijgen.
Ingewikkelde puzzel
Bij meerdere betrokken auto’s wordt de zaak al snel complex. Autoverzekeringsexpert Menno Dijcks legt uit in het AD: “Mocht na onderzoek duidelijk blijken dat specifiek de voorste of juist achterste auto schuld heeft, dan zal die alsnog aansprakelijk gesteld worden voor de schade aan de andere auto’s.”
Hij schetst een klassiek voorbeeld: “Stel nou dat vier auto’s in de file staan en een vijfde komt zo hard aanrijden dat die vier voorliggers allemaal tegen elkaar opbotsen. Dan wordt waarschijnlijk de gehele schade op de achterste auto verhaald.”
Ook de voorste auto kan aansprakelijk zijn, bijvoorbeeld wanneer die “zonder reden hard op de rem trapte”.
Schuldvraag bij grote kettingbotsingen
Elias van Hees van het Verbond van Verzekeraars vult aan dat verzekeraars soms zelfs de schuldvraag laten vallen: “In zeer zeldzame gevallen wordt bij grote kettingbotsingen de schuldvraag achterwege gelaten, wanneer de toedracht niet of nauwelijks te achterhalen valt.”
Volgens hem gebeurde dat bijvoorbeeld in 2020 bij een enorme kettingbotsing in dichte mist in Friesland.
Bron: AD
loading

Loading