De AI-revolutie vraagt om een compleet andere kijk op de verdeling van geld

Economie
dinsdag, 19 augustus 2025 om 13:56
ANP-529474028 (2)
Kunstmatige intelligentie (AI) lijkt de grote revolutie van deze tijd te worden. Tech-optimisten zien een toekomst voor zich waarin AI ons leven verbetert, ziekten oplost en overvloed brengt. Maar er is één grote vraag: als AI werkelijk overvloed creëert, hoe gaan we die verdelen?
Het lukt ons nu al niet om de welvaart eerlijk te verdelen - in Nederland leven nog steeds mensen in armoede - laat staan, als door AI de verdeling nog veel schever wordt.
Economie draait traditioneel om schaarste: beperkte middelen en oneindige wensen. Prijzen bepalen wie wat krijgt en om alles te kunnen betalen moeten de meesten van ons werken.
Maar wat als AI de belofte van overvloed waarmaakt én tegelijkertijd miljoenen banen overbodig maakt? Zonder werk geen inkomen en zonder inkomen geen toegang tot die overvloed. Dat is het fundamentele dilemma: AI kan het hele economische model onder druk zetten.
Een les uit de pandemie
De coronapandemie liet zien dat het ook anders kan. Toen de overheid tijdelijk hogere uitkeringen en soepelere regels invoerde, daalde de armoede en voedselonzekerheid fors, ondanks dat de economie deels stillag.
Wereldwijd gebeurde iets vergelijkbaars: meer dan 200 landen voerden directe financiële steun in. Dat voedde de discussie over een universeel basisinkomen: een gegarandeerd inkomen voor iedereen, hoog genoeg om in de basisbehoeften te voorzien.
Dat zou nu ook een goed idee zijn. De redenering: de welvaart die technologie oplevert is het resultaat van collectieve menselijke kennis en samenwerking. Net zoals natuurlijke hulpbronnen van een land toebehoren aan alle inwoners, zouden ook de opbrengsten van AI eerlijk verdeeld moeten worden.
Maar niet iedereen ziet een basisinkomen als dé oplossing. Schrijver Aaron Bastani pleit bijvoorbeeld voor universele basisvoorzieningen: gratis zorg, onderwijs, vervoer, energie en meer. In dat scenario krijgen mensen niet geld, maar directe toegang tot alles wat ze nodig hebben.
Dat zou betekenen dat AI en andere technologieën niet primair in handen zijn van bedrijven, maar sociaal worden ingezet om collectieve behoeften te vervullen.
Toch moeten we realistisch blijven. AI kan grote problemen oplossen, maar zonder politieke keuzes verandert er weinig. Zoals econoom Peter Frase benadrukt, kan technologische vooruitgang net zo goed leiden tot ongelijkheid en machtsconcentratie.
Macht van big tech
De macht van grote techbedrijven voedt de angst voor een nieuw soort ‘technofeodalisme’, waarin miljardairs en platforms bepalen wie toegang heeft tot technologie – en tegen welke prijs.
Wachten op een technologisch nirvana is zinloos. De middelen om armoede en honger te bestrijden bestaan nu al. We hebben geen AI nodig om te weten dat er genoeg voedsel is en dat armoede vermijdbaar is.
De echte vraag is dus niet wat AI kan, maar wat wij ermee doen. Wordt het een technologie die de kloof vergroot, of een hulpmiddel dat ons allemaal een rechtvaardig aandeel in de overvloed geeft?