DEN HAAG (ANP) - De vergoeding voor pelsdierhouders die vervroegd moesten stoppen met het houden van nertsen moet hoger. Dat heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) donderdag bepaald. De pelsdierhouders hebben schade geleden doordat ze drie jaar eerder moesten stoppen en vonden de vergoeding van de landbouwminister niet voldoende. Ze gingen in beroep bij het CBb, dat hun nu gelijk geeft.
In 2013 werd in de wet vastgelegd dat de pelsdierhouderij per 1 januari 2024 moest worden beëindigd. Maar nadat het coronavirus in 2020 op nertsen was overgeslagen, werd die datum drie jaar naar voren gehaald. Door de besmetting werden veel nertsenhouderijen geruimd.
Het CBb deed in 54 zaken uitspraak over de vergoeding van schade voor pelsdierhouders die hun bedrijf moesten beëindigen. Die vergoeding is destijds onjuist vastgesteld, oordeelt het CBb. Binnen zestien weken moet de minister de vergoeding opnieuw vaststellen voor de pelsdierhouders die in beroep zijn gegaan.