Diep in je lichaam zit een soort vet dat veel schadelijker is dan de vetrolletjes die je ziet: visceraal vet. Het hoopt zich op rond vitale organen zoals je hart, lever en nieren en jaagt je lijf in een staat van chronische ontsteking. Dat verhoogt het risico op ernstige aandoeningen zoals diabetes type 2, hart- en vaatziekten én zelfs dementie.
Wat het extra verraderlijk maakt: je hoeft er niet dik voor te zijn. Zelfs slanke mensen kunnen ongezond veel visceraal vet bij zich dragen, ook wel bekend als het 'skinny fat'-fenomeen. “Visceraal vet is een marker voor alles – van insulineresistentie en een verhoogd cardiovasculair risico tot leververvetting en diabetes type 2,” zegt cardioloog Andrew Freeman. “Allemaal zaken die een lang en gezond leven flink bekorten.”
Neurologe Kellyann Niotis voegt toe dat dit vet zelfs je brein kan aantasten. “Visceraal vet scheidt veel ontstekingsstoffen af die kunnen leiden tot hersenatrofie en verminderde cognitieve functies.” Bij mensen met veel buikvet blijkt het geheugen sneller achteruit te gaan. Onderzoekers vonden bij hen zelfs al in de veertig of vijftig sporen van Alzheimer in de hersenen, zonder dat er al klachten waren.
Hoe weet je of je te veel hebt?
Volgens de Cleveland Clinic is 10 procent visceraal vet normaal, maar hoe meet je dat thuis? Een simpele methode: meet je taille. Voor vrouwen geldt: meer dan 88,9 cm is reden tot zorg. Voor mannen ligt die grens op 101,6 cm. Je meet je taille het best bij het hoogste punt van je heupbot, ter hoogte van je navel. Niet vals spelen: adem rustig uit en trek je buik niet in.
Ook een lage spiermassa is een signaal. Heb je meer vet dan spier? Dan is de kans groot dat je ook vanbinnen vet ophoopt. Dit kun je meten met een DEXA-scan of een slimme weegschaal.
Wat kun je doen?
Gelukkig is visceraal vet wél terug te dringen. Bewegen is stap één: elke dag minstens een half uur flink doorwandelen, fietsen of zwemmen. Belangrijk: doe dit zo intensief dat je buiten adem raakt. Voeg daarna krachttraining toe, zoals squats, lunges en push-ups. “Combineer cardio met krachttraining,” raadt Freeman aan.
Ook voeding speelt een cruciale rol. Stop met ultrabewerkt eten en stap over op een plantaardig en onbewerkt dieet, zoals het mediterrane eetpatroon. En denk eens aan intermittent fasting: eten binnen een periode van zes uur per dag.
Volgens Freeman is het simpel: “Als je cardio, krachttraining, gezonde voeding en vasten combineert, dan begint het lichaam te veranderen – en gebeuren er magische dingen.”