Vliegende insecten in de Colorado Rocky Mountains zijn in twintig jaar met ruim 70 procent afgenomen. Je zou verwachten dat dit komt door vervuiling of intensief menselijk gebruik van het gebied. Maar niets is minder waar: de Colorado Rocky Mountains zijn nauwelijks aangetast door menselijke activiteiten. Wat gebeurt er dan wel? Uit een studie die twintig jaar lang een afgelegen bergweide in dit gebied volgde, blijkt dat zelfs in vrijwel ongerepte natuur insecten in alarmerend tempo verdwijnen. Tussen 2004 en 2024 nam het aantal vliegende insecten af met maar liefst 72,4 procent. Omgerekend verdwijnt er elk jaar één op de vijftien insecten.
Het onderzoek vond plaats op Molas Pass, een subalpiene weide op 3200 meter hoogte in de Rocky Mountains. Het gebied grenst aan het grootste wildernisgebied van de staat Colorado en bleef tijdens de onderzoeksperiode vrijwel volledig gevrijwaard van menselijke invloed.
Stijgende nachttemperaturen
De auteur van de studie vond vooral een verband met stijgende zomertemperaturen in het jaar ervoor. Opvallend genoeg gaat het daarbij met name om de nachtelijke minimumtemperaturen. Die stegen de afgelopen 38 jaar met gemiddeld 0,8 graden Celsius per decennium. Dit tempo ligt hoger dan wereldwijde gemiddelden. Het komt overeen met de opwarming in de poolgebieden. Dat zijn de gebieden die wereldwijd het snelst opwarmen.
De achteruitgang in dit relatief ongerepte gebied is vergelijkbaar met die in sterk door mensen beïnvloede regio’s. Zo wees eerder Duits onderzoek in landbouwgebieden op een afname van 82 procent in vliegende insecten. Dat nu ook vrijwel onaangetaste natuur massaal getroffen wordt, is verontrustend. Insecten zijn immers onmisbaar voor ecosystemen: ze bestuiven planten, breken organisch materiaal af en vormen de basis van voedselketens.