Egoïsme komt zelden recht voor zijn raap. De ‘aardige’ egoïst is niet die botte buurman die altijd op de voorgrond treedt, maar vaak degene die zich charmant, attent en zelfs hulpvaardig voordoet. Toch verraadt het woordgebruik meer dan je denkt. Bepaalde uitspraken – verpakt als nuchterheid, grapje of zorg voor zichzelf – laten subtiel zien dat alles om hen draait.
Enkele voorbeeldzinnen die je alert maken:
- “Ik heb het druk, ja nee, maar echt heel druk, dat begrijp jij niet.” Door dit soort zinnen lijkt hun tijd altijd belangrijker dan die van een ander.
- “Waarom zou ik dat doen? Wat heb ik eraan?” Alles wordt afgewogen op het eigen gewin, empathie ontbreekt.
Let ook op formuleringen als: “Ik ben gewoon eerlijk” (meestal een vrijbrief voor harde kritiek zonder verantwoordelijkheid) of “Het ligt niet aan mij” (de schuld ligt volgens hen altijd bij een ander). Met “Ik moet mezelf op de eerste plaats zetten” verhullen ze onwil om te geven met het modieuze excuus van zelfzorg. En als ze zeggen “Jij snapt het niet”, plaatsen ze zichzelf automatisch boven jou.
Wat opvalt, is dat de aardige egoïst zelden echt luistert, vaak het gesprek terugstuurt naar zichzelf en met complimenten altijd een bijsmaak van kritiek toevoegt. Achter het masker van vriendelijkheid schuilt het onvermogen om ruimte voor anderen te maken. Echte relaties draaien om geven én nemen, maar de charmante egoïst speelt uiteindelijk altijd voor zichzelf.
Dus: opvallend glazen plafond? Altijd net het laatste woord? Let op deze zinnen – ze zijn de rode vlag die vriendelijk verpakt is.