De strijd is geëindigd zoals dat gaat in Nederland. De tunnel gaat niet open en niet dicht, wordt niet geopend en ook niet gesloten. Het Amsterdamse stadsdeel Zuid heeft besloten om de onderdoorgang tussen 8.00 uur en 18.00 te sluiten voor tweewielers, 's avonds gaat de passage wel open.
Daartoe heeft het stadsdeel vandaag besloten. Het Stadsdeel besloot jaren geleden dat fietsers na de heropening van het beroemde museum niet meer welkom zouden zijn. Daar zouden teveel ongelukken van komen. Maar de Amsterdamse gemeenteraad besloot om fietsende Amsterdammers tegemoet te komen en de tunnel open te houden, ondanks de uitdrukkelijke weerzin hiertegen van museumdirecteur Wim Pijbes.
Nu is een middenweg gevonden. 's Avonds mag er gefietst worden onder het Rijks, overdag worden de twee fietsstroken gesloten voor verkeer Marco Kreuger, stadsdeelbestuurder Verkeer en Parkeren tegen De Telegraaf: „Het garanderen van de veiligheid van bezoekers van het Rijksmuseum staat bij het stadsdeel voorop. Het stadsdeel gaat nu in overleg met het Rijksmuseum en de centrale stad om de nodige maatregelen te kunnen uitvoeren. Maandag 13 mei vanaf 18 uur kan er weer onder het museum door gefietst worden. Dit geldt niet voor brom- en snorfietsers.”
Update: het was te mooi om waar te zijn. Een nette oplossing. Niet dus. Verkeerswethouder Eric Wiebes van Amsterdam wil dat fietsers vanaf maandag toch 24 uur per dag onder het Rijksmuseum door kunnen fietsen. Hij gaat zijn jarenlange vete met stadsdeel en museum dus voortzetten. Hij gaat ervan uit dat de fietspassage na het weekeinde ook overdag open is in plaats van alleen 's avonds zoals het Stadsdeel Zuid dinsdag uit veiligheidsoverwegingen heeft besloten.
Bron(nen): De Telegraaf Het Parool
Compromis: de fietstunnel onder het Rijksmuseum blijft een beetje open (update)
Jarenlang is een verhitte strijd gevoerd tussen fietsend Amsterdam - althans mensen die zeiden te spreken namens die fietsers en het Rijksmuseam. Inzet: mag er gefietst worden in de fietstunnel onder het museum. Of beter: de fietspoort die is uitgespaard in het museum.
Optimist die Kreuger. Alsof een fietser, en al helemaal een Amsterdamse, zich iets aantrekt van een bordje.
Belachelijk. Een museum is een museum, daar leg je een fietspad omheen – zoals in de rest van de wereld. Maar nee, de over-assertieve en onverdraagzame Amsterdamse fietser (meestal gewoon studentikoze import) laat zich geen strobreed in de weg leggen. Met alle gevaarlijke gevolgen van dien.
Maken ze van dat fietspad gewoon een kunstobject dan kan het wel…
(in antwoord op Loobs)Het was vroeger een fietspad, toen de maker van het Rijks de plannen tekende zag hij het niet als een probleem.ook al bouwde hij een museum.
(in antwoord op Loobs)Daarop beroepen de fietsers zich, ook al is het heel lang dicht geweest. Ze roepen gewoon: “Mijn fietspad terug!” Zoals blagen ook tegen Duitse voetballers roepen: “Mijn fiets terug”.
Er is alleen een “máár”: de poort sluit niet meer aan op een doorlopend fietspad zoals ooit. En in de 19e eeuw reden er ook auto’s onder de Arc de Triomphe in Parijs door, maar nu niet meer.
Tijden veranderen, inzichten veranderen, mensen veranderen, maar langzamer.
Het Rijks is ooit ontworpen juist met de centrale weg (was oorspronkelijk voor alle verkeer) er doorheen. Zo werd het gebouw een herkenningspunt op de route vanuit het centrum naar de wijken erachter. Het was de tijd van de grote publieke projecten in Amsterdam. De weg (fietspad) en het Rijks zijn onlosmakelijk verbonden met elkaar. Het probleem is juist de positie van de nieuwe entree. Door deze naar de onderdoorgang te verplaatsen is een conflict geschapen. De entree moest echter wel verplaatsen doordat de oude niet genoeg capaciteit had. Nu is meteen een grootse binnenkomst gemaakt door het nieuwe atrium wat vroeger binnentuin was.
Overigens een zoute opmerking over Amsterdamse fietsers, maar dat zij je vergeven.
(in antwoord op Loobs)WiebesxPybes het is zoiets waar nooit het laatste woord gesproken zal zijn.
Er zijn al belachelijk veel woorden en vergaderingen aan besteed en ik vrees dat er in de toekomst nog belachelijk meer woorden en vergaderingen aan besteed gaan worden.
Ik kan me de weerzin van Pybes wel een beetje voorstellen.
En ik kan me de weerzin van Wiebes tegen Pybes wel een beetje voorstellen.
En daarmee is alles gezegd, denk ik, vrees ik.