AI-browsers zijn de nieuwste techtrend, het zijn browsers die je helpen surfen, samenvatten en organiseren terwijl je op het web zit. Bedrijven als Perplexity en OpenAI geloven dat dit de toekomst van internetgebruik is. Maar de vraag is: willen gebruikers daar ook écht in meegaan?
Perplexity lanceerde onlangs Comet. Het lijkt op het eerste gezicht op een standaardbrowser, maar wie goed kijkt, merkt een AI-zijbalk op. Je kunt een stuk tekst of beeld aanklikken, en de AI vat het samen, helpt je een e-mail opstellen of plant zelfs je vakantie in. Volgens Perplexity gebeurt alle verwerking lokaal, zonder dat je surfgedrag wordt gebruikt om het model bij te trainen. Dat is een privacybelofte die niet onbelangrijk is.
Toch is er een opvallend obstakel: de prijs. Alleen gebruikers van het Max-abonnement van 200 dollar per maand kunnen Comet voorlopig uitproberen. En dat roept vragen op. In een wereld waar browsers als Chrome en Safari gratis zijn én zo goed als heel de markt in handen hebben, moet een AI-browser wel héél veel kunnen om dat prijskaartje te rechtvaardigen.
Concurrentie is moordend
Perplexity staat bovendien niet alleen. OpenAI zou werken aan een eigen browser geïntegreerd met ChatGPT. Microsoft bouwt Copilot in Edge in en Chrome krijgt steeds meer AI-functies zoals samenvattingen bij zoekopdrachten.
De concurrentie is dus moordend, en dat maakt het lastig om gebruikers te overtuigen over te stappen. Wie gewend is aan Chrome of Safari, wisselt niet zomaar, en al zeker niet voor een peperdure tool die voorlopig vooral experimenteel aanvoelt. De grote vraag blijft voorlopig of AI-browsers een blijvende rol zullen spelen, of eerder een nicheproduct worden voor techfanaten en productiviteitsjunkies.