Wetenschap bewijst: je kunt je dun denken!

Wie de gedachte aan zijn favoriete lekkernij onderdrukt om ‘niet in de verleiding te komen’ doet het precies fout. Onderzoekers hebben ontdekt dat het fantaseren over voedsel helpt om het te weerstaan. Door te dagdromen over een heerlijke maaltijd neemt het verlangen naar die maaltijd namelijk af. De truc is om niet één lekkermakend plaatje in je hoofd te hebben, maar jezelf voor te stellen dat je het naar binnen schranst. En dan nóg eens. Dit activeert namelijk de mechanismes in onze spijsvertering die buitensporigheid tegengaan. Het klinkt als het zoveelste dieetfabel, maar de resultaten van het betrekkelijk eenvoudige onderzoek (met M&M’s en blokjes kaas) zijn overtuigend.

Proefpersonen werden gevraagd zichzelf herhaaldelijk voor te stellen een muntje in een automaat te stoppen, of een M&M snoepje in hun mond te stoppen. Het betrof dezelfde handeling en dezelfde frequentie (30 X). Sommige personen werd vaker gevraagd zich voor te stellen M&M’s te eten, anderen moesten vaker om een muntje in de automaat stoppen. Vervolgens kregen de proefpersonen een schaal M&M’s gepresenteerd waar ze zoveel van mochten eten tot ze verzadigd waren. Diegenen die de fantasie M&M’s hadden gegeten, aten half zoveel M&M’s uit de schaal als de muntjesgooiers. De verminderde trek blijkt voedselspecifiek. Bij denken aan M&M’s werd dus niet minder gegeten van de blokjes kaas (en andersom).

De resultaten- gepubliceerd in Science- geven aan dat de gedachte aan het eten van een bepaald soort voedsel een psychologisch gewenningseffect heeft en aandrang vermindert. De werkelijke inname (van het gefantaseerde voedselproduct) verminderde met 50%. Geen geringe winst. Het denken aan je favoriete snack is vast ook makkelijker dan die gedachte proberen te onderdrukken ‘om geen trek te krijgen’.

Bron(nen): Telegraph