Kinderen die op jonge leeftijd worden blootgesteld aan
luchtvervuiling, hebben op latere leeftijd meer kans op gezondheidsproblemen. Dat blijkt uit een grootschalige Britse studie die jonge mensen jarenlang volgde. De impact blijkt niet alleen medisch, maar ook sociaal: kinderen uit achtergestelde wijken lopen het grootste risico.
Onderzoekers van University College London analyseerden gegevens van 9000 kinderen uit de Millennium Cohort Study, geboren tussen 2000 en 2002. Ze keken naar blootstelling aan luchtvervuiling zoals fijnstof (PM2.5 en PM10) en stikstofdioxide (NO2) in de vroege kinderjaren.
Wat blijkt? Kinderen die tussen hun tweede en vierde levensjaar in vervuilde gebieden woonden, hadden op hun zeventiende tot wel 33 procent meer kans op een slechte gezondheid. Daarmee bevestigt de studie dat de vroege jeugd een gevoelige periode is waarin luchtvervuiling blijvende schade kan aanrichten. De schadelijke deeltjes dringen diep in het lichaam door, tot in de bloedbaan en zelfs de hersenen.
De onderzoekers ontdekten ook duidelijke sociale verschillen. Kinderen van etnische minderheden en uit armere buurten bleken structureel meer vervuilde lucht in te ademen. “Deze ongelijkheid begint al op jonge leeftijd en houdt aan”, zegt onderzoeksleider dr. Gergo Baranyi.
Jenny Bates van milieuorganisatie Friends of the Earth vult aan: “Luchtvervuiling treft vooral mensen die zelf nauwelijks bijdragen aan het probleem. In de meest vervuilde buurten bezitten mensen drie keer zo weinig auto’s als in schonere gebieden.”
De oproep aan de overheid is duidelijk: stel strengere normen vast en neem luchtvervuiling serieus in klimaatbeleid.