Wetenschappers hebben in de oceanen bacteriën gevonden die plastic kunnen afbreken. De microben blijken PET-plastic, het materiaal waaruit veel flesjes en verpakkingen bestaan, te kunnen verteren. Het verhaal begint in 2016, toen onderzoekers in Japan bij een recyclingfabriek een bacterie ontdekten die plastic kon afbreken. Nu blijkt dat vergelijkbare bacteriën ook in de oceaan voorkomen. Wetenschappers analyseerden het DNA in 415 watermonsters uit de Atlantische, Indische en Stille Oceaan en vonden aanwijzingen dat sommige bacteriën PET kunnen afbreken.
Maar niet elke bacterie die er onder de microscoop geschikt uitzag, kon het ook echt. Veel microben hadden enzymen die op plasticbrekers leken, maar bleken niet effectief genoeg. De onderzoekers ontwikkelden daarom een methode om de echte ‘plasticeters’ eruit te filteren. Ze keken naar vijf kenmerken in het enzym; alleen enzymen met het meest complexe kenmerk bleken plastic daadwerkelijk te kunnen aantasten.
In het lab nagemaakt
In het lab maakten wetenschappers verschillende oceaanenzymen na en testten ze op stukjes plastic. Alleen de enzymen mét dat specifieke motief lieten krassen en beschadigingen achter. Vervolgens lieten ze echte bacteriën uit zeewater groeien op plastic. Van de drie geteste bacteriestammen kon slechts één het plastic écht aantasten.
Deze plasticetende bacteriën zijn vooral gevonden op grote dieptes, tussen 1.000 en 2.000 meter, waar voedsel schaars is. Aan de oppervlakte kwamen ze vooral voor in gebieden met veel plastic, zoals voor de kusten van Zuid-Amerika, Zuid-Afrika en India.
Geen wonderoplossing
Toch is dit geen wonderoplossing voor plasticvervuiling. De bacteriën werken traag en hebben specifieke omstandigheden nodig om te overleven. In het lab duurde het bijna drie maanden om nog geen drie procent van een stukje plastic af te breken.