Angst zit letterlijk tussen je oren, namelijk ín je hersenen, en wel in de vorm van twee soorten cellen die met elkaar vechten om controle. Amerikaanse wetenschappers hebben ontdekt hoe dit werkt en het verklaart waarom sommige mensen constant angstig zijn. Onderzoekers van de Universiteit van Utah hebben veertien jaar lang geëxperimenteerd met muizen om erachter te komen waar chronische angst vandaan komt. Hun ontdekking: je hersenen bevatten twee soorten immuuncellen, microglia genaamd, die tegenover elkaar werken.
De eerste soort duwt constant op het gaspedaal van angst en stress. De tweede soort doet precies het tegenovergestelde: die trapt op de rem. Samen zorgen ze voor een fijne balans, zodat je niet te angstig wordt maar ook niet te zorgeloos.
Het bijzondere is dat deze twee celsoorten respectievelijk ongeveer driekwart en een kwart van alle microglia in je hersenen vormen. Die verhouding blijkt cruciaal. Wanneer die balans verstoord raakt, gaat het mis.
Muizen zonder remmen
Om te bewijzen dat hun theorie klopte, zorgden de wetenschappers ervoor dat een groep muizen alleen de "gaspedaal-cellen" had en alle "rem-cellen" weg werden gefilterd. Deze muizen werden extreem angstig en begonnen zichzelf kaal te likken.
Vervolgens deden ze het omgekeerde: muizen met alleen "rem-cellen". Die bleven rustig en normaal. Muizen met de juiste verhouding van beide celtypen vertoonden ook gewoon normaal gedrag.
Waarom dit belangrijk is
Dit onderzoek laat zien dat angst niet zomaar een vaag gevoel is, maar het resultaat van concrete processen in je hersenen. De twee soorten microglia communiceren met zenuwcellen en beïnvloeden zo je emoties.
Interessant is ook dat vrouwelijke muizen gevoeliger bleken voor verstoringen in dit systeem dan mannelijke. Dat verklaart mogelijk waarom angststoornissen bij vrouwen vaker voorkomen dan bij mannen.
Als wetenschappers de balans tussen deze twee celtypen kunnen herstellen, zouden ze mogelijk chronische angst kunnen verminderen zonder de bijwerkingen van huidige medicijnen. Eerst moet nog onderzocht worden of mensen ook deze twee soorten hersencellen hebben, maar gezien de evolutionaire geschiedenis is de kans groot van wel.