Het is een bekend gegeven: wereldwijd leven vrouwen gemiddeld langer dan mannen. Maar waarom? Wetenschappers zijn al lang gefascineerd door dit verschil en wijzen nu een hoofdverdachte aan. Onderzoekers bekeken de data van honderdduizenden dieren in dierentuinen. Ze bekeken de volwassen
levensverwachting (ALE) van 528 zoogdiersoorten en 648 vogelsoorten. Dierentuinen zijn hiervoor ideaal; omdat factoren als roofdieren, verwondingen en honger grotendeels zijn weggenomen, kun je de onderliggende biologische en genetische factoren beter isoleren.
Wat bleek? Het patroon is wijdverspreid, maar niet universeel. Net als bij mensen hadden vrouwtjes bij 72 procent van de zoogdiersoorten een langere levensverwachting. Maar bij vogels was het precies andersom: daar leefde het mannetje bij 68 procent van de soorten langer.
Verschillende theorieën om dit te verklaren
Er zijn verschillende theorieën om deze verschillen te verklaren. Eén theorie, de 'heterogametische sekse hypothese', stelt dat het geslacht met twee verschillende geslachtschromosomen (XY bij mannelijke zoogdieren, ZW bij vrouwelijke vogels) korter leeft. Dit klopt met de gemiddelden die de studie vond, maar het verklaart niet de enorme variatie tussen soorten. Er zijn immers ook zoogdieren waar mannetjes langer leven en vogelsoorten waar vrouwtjes langer leven.
De onderzoekers testten ook of de 'kosten van reproductie', zoals zwangerschap of het zorgen voor jongen, de levensduur van vrouwtjes verkorten. Verrassend genoeg vonden ze in dierentuinen juist bewijs voor het tegenovergestelde: vrouwelijke zorg hing samen met een groter overlevingsvoordeel voor vrouwtjes.
De kostprijs van de liefde
Het sterkste bewijs werd gevonden voor een andere drijver: seksuele selectie. Simpel gezegd: de middelen die een dier investeert in het concurreren om een partner, gaan ten koste van de eigen overleving op lange termijn.
De onderzoekers gebruikten twee belangrijke indicatoren om deze 'seksuele selectiedruk' te meten. Ten eerste, het paarsysteem: is een soort monogaam (meestal één partner) of niet-monogaam (meerdere partners)? Ten tweede, seksueel dimorfisme: hoe groot is het verschil in lichaamsgrootte tussen mannetjes en vrouwtjes?
De connectie was duidelijk. Het overlevingsvoordeel voor vrouwtjes was het allergrootst bij niet-monogame zoogdiersoorten waar de mannetjes ook significant groter waren dan de vrouwtjes. De 'kosten' van die concurrentie voor mannetjes, of het nu gaat om vechten voor toegang tot vrouwtjes of simpelweg het onderhouden van een groter, 'duurder' lichaam, eisen blijkbaar hun tol. Bij monogame zoogdiersoorten was het verschil in levensverwachting tussen de seksen bijna te verwaarlozen.
Mensen en apen
En de mens? Wij passen netjes in de algemene trend van zoogdieren. Opvallend is wel dat het verschil in levensverwachting tussen mannen en vrouwen kleiner is dan bij onze naaste verwanten, zoals chimpansees en gorilla's. Dit komt volgens de studie overeen met het idee dat de seksuele selectie bij mensen (relatief) zwakker is: we zijn minder polygaam en het grootteverschil tussen mannen en vrouwen is minder extreem dan bij apen.
De onderzoekers nuanceren wel dat de 'veilige' omgeving in dierentuinen de werkelijke verschillen waarschijnlijk iets afzwakt. Analyses van een kleinere set wilde populaties lieten inderdaad zien dat de verschillen in het wild vaak nog groter zijn.