Van de minuscule chihuahua tot de reusachtige Sint-Bernard: honden vertonen een verbazingwekkende verscheidenheid aan vormen en maten. Lange tijd dachten wetenschappers dat deze variatie vooral het resultaat was van intensieve fokprogramma's die in de 19e eeuw begonnen. Maar nieuw onderzoek laat zien dat het verhaal veel ouder is. De typische hondenschedel die duidelijk anders is dan die van wolven, verscheen voor het eerst rond 11.000 jaar geleden. En wat nog opmerkelijker is: al in die vroege periode bestond er al een flinke variatie tussen honden.
Onderzoekers weten dit omdat ze moderne wolven, moderne honden en archeologische schedels met elkaar vergeleken. Moderne wolven dienden als referentiepunt voor het "wilde" uiterlijk. Vervolgens berekenden ze voor elke oude schedel hoe ver die afweek van het gemiddelde wolvenpatroon. Schedels die verder van dat wolvengemiddelde afstonden dan welke moderne wolf ook, werden geclassificeerd als moderne honden.
Eerste ‘echte’ honden zijn 11.000 jaar oud
Het resultaat? Alle 17 schedels uit het late Pleistoceen, sommige tot wel 35.000 jaar oud, hadden nog steeds wolfachtige schedels. Ook schedels die eerder door andere wetenschappers als vroege honden waren geïdentificeerd, bleken volgens deze analyse nog wolven te zijn. De allereerste ‘echte’ hondenschedels komen uit Rusland. Ze zijn zo’n 11.000 jaar oud. Interessant genoeg zijn dit ook de oudste honden die genetisch zijn geïdentificeerd.
Maar het meest fascinerende is wat er daarna gebeurde. Toen de onderzoekers de vroegste honden uit het Mesolithicum en Neolithicum (ongeveer 11.000 tot 7.000 jaar geleden) vergeleken met moderne honden, ontdekten ze dat die oude honden al de helft van de schedeldiversiteit vertoonden die we vandaag zien. Ze hadden weliswaar nog geen extreme vormen zoals de platgeslagen schedels van bulldogs of de lange snoeten van borzois, maar de variatie was er al wel degelijk.
Nog geen echte rassen
Dit betekent dat duizenden jaren voordat Victoriaanse hondenfokkers begonnen met het creëren van specifieke rassen, honden al een breed scala aan vormen ontwikkelden. De druk van menselijke selectie, gecombineerd met veranderende klimaten en voedselaanbod, was kennelijk sterk genoeg om deze diversiteit te laten ontstaan, lang voordat iemand het woord "rashond" had uitgevonden.