Op meer dan 35.000 kilometer hoogte hebben twee Chinese ruimtevaartuigen elkaar ontmoet voor een bijzondere missie. Ze hebben wellicht getest of het mogelijk is om een ruimtetuig vol te tanken in de ruimte. De satellieten Shijian-21 en Shijian-25 kwamen op 13 en 14 juni zo dicht bij elkaar dat ze vanaf de aarde bijna niet meer van elkaar te onderscheiden waren. Waarschijnlijk hebben ze zelfs aan elkaar gekoppeld en weer losgekoppeld.
Chinese onderzoekers onderzochten wellicht of satellieten in de ruimte bijgetankt kunnen worden om hun missies te verlengen.
China heeft dit nieuws niet zelf gedeeld. Twee Amerikaanse spionagesatellieten (USA 270 en 271) hielden de Chinese operatie nauwlettend in de gaten vanaf oost en west. Ook zijn er beelden gemaakt door het bedrijf s2a.
Waarom is dit belangrijk?
Satellieten hebben brandstof nodig om hun positie te handhaven en te manoeuvreren. Als die op is, worden ze ruimteafval. Door satellieten bij te tanken, kunnen ze veel langer gebruikt worden. Dat scheelt geld en vermindert de hoeveelheid afval in de ruimte.
Ruimteafval is een groeiend probleem. Oude satellieten, raketonderdelen en botsingsresten zweven ongecontroleerd rond de aarde en vormen een risico voor werkende satellieten en bemande missies. Als één object botst met een ander, kunnen duizenden nieuwe brokstukken ontstaan. Dat kan leiden tot een kettingreactie waarbij steeds meer ruimteafval ontstaat en het op termijn gevaarlijk of zelfs onmogelijk wordt om nog veilig door bepaalde delen van de ruimte te reizen.