Het politieke akkoord van Jetten en Bontenbal. De hoofdpunten en de hele tekst

Politiek
dinsdag, 02 december 2025 om 16:55
bijgewerkt om dinsdag, 02 december 2025 om 17:05
ANP-543605370
D66 en CDA presenteren een gezamenlijke, inhoudelijke agenda om “Nederland weer vooruit te helpen”, gericht op samenwerking, herstel van vertrouwen en doorbraken op dossiers die al jaren vastzitten. Er staan allerlei punten in de de VVD niet fijn vindt. Zo gaat de hypotheekaftrek verdwijnen, komt er rekeningrijjden, komt het stikstoffonds terug en loopt de staatschuld op.
Ze benadrukken een sterke economie, democratische rechtsstaat en saamhorigheid, en bieden andere partijen een uitgestoken hand voor een brede coalitie.​
Centraal staat het fors terugdringen van de woningnood: jaarlijks 100.000 woningen bouwen, met 30% sociale huur en tweederde betaalbaar, minder regels voor verbouwen, optoppen en woningdelen, versnellen van procedures en landelijke normering van bouw- en natuurregels. Op langere termijn willen ze minstens 21 grootschalige nieuwbouwlocaties, gekoppeld aan infrastructuur, groen en voorzieningen, gefinancierd met gebundelde gebiedssubsidies en extra investeringsbudgetten.​
In landbouw en natuur kiest de agenda voor stevige stikstofreductie uiterlijk 2035, met een nieuw juridisch systeem gericht op emissies en natuurherstel, gebiedsgerichte aanpak rondom kwetsbare Natura 2000-gebieden, uitbreiding van dierrechten en ondersteuning voor extensivering, innovatie en vrijwillige uitkoop. Tegelijk wordt natuurherstel versneld via grotere en beter verbonden natuurgebieden, langjarige contracten voor agrarisch natuurbeheer en uitvoering van de Europese Natuurherstelverordening.​
Economisch zetten D66 en CDA in op hogere publieke R&D-investeringen richting 1% van het bbp, een strategisch industriebeleid rond hightech, groene chemie, energie, AI en agri-food, plus een nationale investeringsinstantie voor verduurzaming, innovatie en groeiprojecten. Energiebeleid draait om oplossen van netcongestie (Crisiswet Netcongestie), versnelling van elektrificatie, wind op zee, waterstof, kernenergie en warmtenetten, met oog voor betaalbare energierekeningen en een stevig isolatieoffensief.​
Op migratie willen de partijen “meer grip én menselijkheid”: uitvoering van het EU-migratiepact, gesloten maar menswaardige opvang aan de buitengrens, behoud van de spreidingswet, vereenvoudiging van de asielprocedure en strengere aanpak van herhaalde aanvragen en overlastgevers. Kansrijke asielzoekers moeten sneller kunnen werken en taalles krijgen, terwijl arbeidsmigratie wordt gericht op sectoren met echte behoefte en misstanden worden bestreden via strengere regels, werkgeversverantwoordelijkheid en mogelijk uitzendverboden.​
Veiligheid en buitenlandbeleid draaien om een forse defensie-opbouw naar 3,5% bbp in 2035, een moderne, schaalbare krijgsmacht en versterkte Europese defensiesamenwerking en strategische autonomie. Oekraïne krijgt langdurige militaire en humanitaire steun, inclusief gebruik van bevroren Russische tegoeden, met een onomkeerbare route naar EU- en NAVO-lidmaatschap.​
Tot slot bevat de agenda een financieel en sociaal hervormingspakket: houdbare overheidsfinanciën via rem op zorg- en sociale zekerheidsuitgaven, hervorming van belasting- en toeslagenstelsel (minder regelingen, afbouw hypotheekrenteaftrek, meer lasten op vermogen en vervuiling), en een preventie- en ouderenzorgoffensief om de zorg betaalbaar te houden. Op de arbeidsmarkt willen D66 en CDA modernisering met meer zekerheden voor zzp’ers, activerende sociale zekerheid, vereenvoudiging van de WIA en meer focus op leven lang ontwikkelen en mobiliteit van werk naar we

De complete tekst:

Uitnodiging 
Samen aan de slag voor een sterker Nederland
Dit is een uitgestoken hand. Een uitgestoken hand aan partijen die met ons willen werken aan een plan om Nederland weer vooruit te helpen. Aan een Nederland waarin we respectvol met elkaar omgaan, ongeacht kleur, afkomst of geloofsovertuiging; een land waarin we samen de schouders eronder zetten, juist als de uitdagingen groot zijn. Een land waarin we de democratische rechtstaat koesteren en beschermen. Dat is het land waaraan wij verder willen bouwen. In deze positieve en ambitieuze agenda doen wij voorstellen aan andere partijen om dat te bereiken. Wij willen een coalitie die samenwerkt en kiest voor resultaat.
Onze samenleving is sterk, onze economie scoort hoog op de internationale ranglijsten en onze kennis- en onderzoeksinstellingen zijn van topkwaliteit. Maar we zien ook kwetsbaarheden. Door een oorlog aan de rand van Europa staat onze veiligheid onder druk. Mensen kunnen niet aan hun leven beginnen omdat ze geen woning kunnen vinden. We moeten meer grip krijgen op migratie. Bedrijven lopen tegen de grenzen aan van wat mogelijk is door problemen met stikstof en ons energienetwerk. En ons verdienvermogen staat onder druk. We hebben verzuimd op tijd deze problemen aan te pakken, daarom gaan we moeilijke keuzes nu niet uit de weg.
We kunnen deze uitdagingen alleen aan als we dat met elkaar doen. We willen daarom de saamhorigheid en gemeenschapszin in de samenleving versterken, in plaats van deze te ondermijnen. Want verdeeldheid verzwakt een samenleving, samen komen we juist verder. Wij kiezen voor een land dat vrij is in verbondenheid.
Dat begint bij ons eigen handelen. We hebben duidelijkheid en daadkracht nodig, maar die hebben plaats gemaakt voor harde woorden en confrontatiepolitiek. De politiek lijkt te zijn verleerd om op een normale manier van mening te verschillen en er vervolgens via het compromis toch samen uit te komen, met het belang van Nederland voorop. Wij willen onderdeel zijn van een politiek die weer normaal doet, samenwerkt en resultaten boekt. Dat is de weg naar het herstel van vertrouwen in de politiek, en een land waarin we weer samenwerken in plaats van elkaar tegenwerken. We willen doorbraken realiseren in dossiers die al te lang stil staan, zodat we weer vooruit gaan.
In de geschiedenis van de Nederlandse politiek is het een mooie traditie dat politieke partijen op cruciale momenten samenwerken. Hoewel D66 en het CDA verschillen in hun mens- en samenlevingsvisie, zijn we tot een gemeenschappelijke, hoopvolle agenda gekomen en zijn er tal van terreinen waarop we de handen ineen kunnen slaan. Op beslissende momenten hebben we als samenleving laten zien dat we tot veel in staat zijn. Met doorzettingsvermogen, creativiteit en samenwerken kunnen we als klein land grootse dingen doen.
Wij geloven dat het tijd is om deze bronnen opnieuw aan te boren en samen aan de slag te gaan voor een sterker Nederland. Wij hopen dat meer partijen deze handschoen met ons willen oppakken. Onze handreiking om mee te bouwen aan de toekomst van Nederland gaat ook naar medeoverheden, sociale partners en maatschappelijke (sector)organisaties. De onderwerpen die we behandelen zijn niet uitputtend, maar gebaseerd op de opdracht van de verkenner. Dit document is dan ook geen dichtgetimmerd regeerakkoord maar een uitnodiging om met ons door te praten. Een uitnodiging aan andere partijen, en aan iedereen die er ook van overtuigd is dat Nederland weer vooruit kan.
Rob Jetten & Henri Bontenbal 2
WONEN
Voor veel mensen in Nederland is het woningtekort een dagelijkse realiteit. Jongeren die geen plek vinden om hun leven op te bouwen, gezinnen die te klein, in slechte woningen en verwaarloosde buurten wonen, en ouderen die niet kunnen doorstromen naar een geschikte woning. De stem van de woningzoekenden wordt te weinig gehoord. Daarom is het terugdringen van de woningnood onze topprioriteit.
Ondertussen is de samenleving veranderd. Huishoudens zijn gemiddeld kleiner geworden. Mensen worden ouder en behoeftes zijn veranderd. Dat betekent niet alleen méér bouwen, maar ook anders bouwen. In een groene, leefbare omgeving met ruimte voor ontmoeting, bewegen en passende voorzieningen. Juist als mensen vaker alleen wonen is dat extra belangrijk.
Daarom willen we veel bouwen en de wooncrisis aanpakken. Zonder taboes en met glasheldere keuzes. We willen 100.000 woningen per jaar realiseren door bestaande bouw beter te benutten en nieuwe woningen te bouwen. We willen dat mensen in een passende woning kunnen wonen bijvoorbeeld door woningdelen makkelijker te maken. We willen waar mogelijk bestaande bouw optoppen, voegen straatjes toe aan bestaande wijken en bouwen tegelijk nieuwe buurten en steden. Duurzame en betaalbare woningen staan daarbij voorop met 30% sociale huur en 2/3e betaalbare woningen bij nieuwbouw. We willen duidelijkheid bieden aan alle betrokken partijen. Dat is geen simpele opdracht: experts wijzen erop dat het aantal nieuwe woningen dat per jaar wordt opgeleverd, zonder extra inspanning ruim onder de 100.000 zal terechtkomen. De rijksoverheid neemt daarom meer verantwoordelijkheid, met respect voor de eigen verantwoordelijkheid van anderen. We zetten samen de schouders eronder: decentrale overheden, bouwers, projectontwikkelaars, beleggers, woningcorporaties. We sturen op voortgang en grijpen in als regio’s en bouwpartijen vastlopen.
Ons voorstel is een aanpak voor vandaag, morgen en overmorgen.
Vandaag: beter benutten, veel minder regels
Het duurt nu vaak tien jaar voordat een woning wordt opgeleverd, vooral door trage procedures. Verbouwen, optoppen, een andere bestemming geven en soms zelfs samenwonen: er zijn regels voor. Te veel regels, met als gevolg een groter woningtekort. Dat kan op korte termijn beter. Dit willen we doen:
  • We willen schrappen in bezwaarprocedures. Er komt één beroepsgang (geen stapeling meer van bezwaar op bezwaar), vaste uitspraaktermijnen en we beperken mogelijkheden om bouw stil te leggen (bijvoorbeeld via een vaste vergoeding). De drempels voor bezwaar en beroep gaan omhoog. Er komt een landelijke regeling voor het structureel vooraf regelen van nadeelcompensatie en planschade, en we maken afspraken met gemeenten om de ambtelijke capaciteit voor vergunningverlening en parallel plannen op te schalen. 
  • Er komen simpelere regels voor optoppen en splitsen, vergunningsvrij waar mogelijk. De minister ziet erop toe dat gemeenten geen onnodige belemmeringen opwerpen. Ook willen we woningdelen makkelijker maken. Familie- en mantelzorgwoningen op eigen terrein worden vergunningsvrij en belemmeringen voor hospitaverhuur worden weggehaald. 
  • We standaardiseren (duurzaamheids-)normen en zien erop toe dat alle gemeenten alle bovenwettelijke eisen aan de bouw schrappen, zodat overal hetzelfde geldt. We sturen erop dat provincies de natuurregels uniformeren zodat ze de bouw niet bemoeilijken. 
Morgen: simpeler, sneller en vooral meer bouwen
Talloze Nederlanders willen bijdragen aan een oplossing voor de woningcrisis: door innovatieve woonvormen en slimme combinaties van wonen en zorg. Gemeenten willen hun rol pakken met actief grondbeleid. Voor hen rollen we de rode loper uit. Dit willen we doen:
  • We willen sneller bouwen met innovatie. Prefabwoningen worden sneller en schoner gebouwd. In elke gemeente zijn de regels echter anders, en daardoor lukt het onvoldoende om op te schalen. We maken deze fabriekswoningen veel betaalbaarder en sneller realiseerbaar door de regels gelijk te trekken en te gaan werken met een digitaal planproces. Vergunningverlening voor herhaalbare bouwconcepten verloopt via een fastlane en typegoedkeuring voor fabrieksmatige en gestandaardiseerde bouw. Dergelijke huisvesting helpt ook bij de versnelling van de wettelijke taakstelling voor aandachtsgroepen zoals daklozen, mensen die uit zorginstellingen komen en statushouders. 
  • Gemeenten krijgen meer mogelijkheden om actief grondbeleid te voeren en grond tegen redelijke prijzen aan te kopen, onder andere via een sterker en actiever (toepassen van) voorkeursrecht, een grondfaciliteit voor de financiering van aankoop. We willen het prijsopdrijvend effect door meer vraag voorkomen. Daarbij kan ook een instrument worden 
3
  • publiek kunnen worden aangewend voor bijvoorbeeld voorzieningen en infrastructuur. 
  • We willen een strakke regie vanuit het Rijk op de doelen van 2/3 betaalbaar en 30% sociale huur in het gemeentelijk volkshuisvestingsprogramma. Daarbij besteden we specifieke aandacht aan o.a. betaalbare koop-, ouderen- en jongerenwoningen. Veel ouderen willen immers graag verhuizen naar een woning die past bij hun levensfase. Maar het aanbod aan goede (levensloopbestendige) woningen voor ouderen is nu te beperkt. We stimuleren de bouw van nieuwe woonvormen voor ouderen zodat ouderen beter en langer kunnen samenleven in hun wijk. Een doorstroombank of een aantrekkelijk hypotheekproduct voor ouderen (doorstroomhypotheek) zorgen dat stenen makkelijker in geld worden omgezet. 
  • De Nationale Prestatie Afspraken en andere uitkomsten van de Woontop zetten we door. Woningcorporaties zijn cruciaal voor zowel de volkshuisvesting als de leefbaarheid van buurten en krijgen daarom meer ruimte voor de bouw van middenhuurwoningen. De corporaties geven we meer armslag om te investeren in ontwikkelingen die door de markt niet voldoende worden opgepakt. Verruiming van de mogelijkheden van (zogenaamde) niet-DAEB-activiteiten kan hierbij helpen. 
  • Meer gedeelde woonvormen voor jongeren en studenten. Minder studio’s en meer samenwonen levert niet alleen snel meer betaalbare woningen op, maar is ook goed voor bestrijding van eenzaamheid. Dit willen we bevorderen met objectsubsidies. 
Overmorgen: verder bouwen op grote schaal
Met het optimaal benutten van bestaande bouw en uitbreiding van steden en dorpen maken we een snelle start. Maar Nederland heeft op termijn meer ruimte en nieuwe plekken voor wonen nodig. Dit willen we doen:
  • We bouwen minstens 21 grootschalige nieuwbouwlocaties van nationaal belang verspreid over het land. Dat kunnen nieuwe wijken zijn, maar ook nieuwe steden. 
  • We werken met een totaalaanpak: wonen, werken, bereikbaarheid, groen en andere voorzieningen worden samen ontwikkeld. 
  • Alle gebiedssubsidies worden in één budget gebundeld zodat we versnippering tegengaan en we passen instrumenten uit de voormalige crisis- en herstelwet toe zodat we procedures aanzienlijk verkorten. 
  • Er zijn extra investeringen nodig in infrastructuur en voorzieningen voor wijken erbij en voor nieuwe bouwlocaties, mits die projecten leiden tot een zeer grote bijdrage aan de oplossing van het woningtekort. In deze kabinetsperiode stellen we een fors budget beschikbaar voor ontsluiting van huidige bouwlocaties. Voor bouwlocaties van nationaal belang komt er voor de periode 2030–2040 een groot investeringspakket. 
  • Er komt jaarlijks een aanzienlijk budget beschikbaar voor investeringen in de gebieden van het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid. Daarnaast gaan we door met de subsidie voor de woningbouwimpuls en realisatiestimulans om de maatschappelijk onrendabele top te financieren. 
4
LANDBOUW, NATUUR EN STIKSTOF
Met zijn vakmanschap en innovatiekracht levert de agrarische sector hoogwaardige en duurzame voedselproducten. Wij willen dat Nederlandse boeren weer kunnen doen waar ze goed in zijn, namelijk ondernemen. Maar boeren zitten al jarenlang in onzekerheid. Ondertussen staan natuurgebieden en de biodiversiteit onder grote druk en is veel nodig om onze unieke natuur door te kunnen geven aan volgende generaties. Samen vraagt dit om een duidelijke visie op landbouw en natuurbeheer.
Te veel stikstofuitstoot belemmert de vergunningverlening in de agrarische sector, de bouw van woningen en economische ontwikkeling. Dat Nederland in deze situatie zit, komt niet door boeren of natuurbeheerders. Het komt door de politiek. Een politiek die het stikstofvraagstuk steeds als een hete aardappel doorschoof naar de toekomst. Wij willen dit probleem samen oplossen.
Daarom maken we de keuzes die nodig zijn om de stikstofcrisis vlot te trekken nu. Dit vergt een verdere omslag, die ook mogelijk is. In onze aanpak benutten we de kracht van voorstellen die verschillende partijen en overheden afgelopen jaren al hebben gedaan. We zien veel boeren die voorop lopen en succesvol nieuwe manieren van werken toepassen. Ondernemers die op een steeds schonere manier voedsel produceren. Boeren die werk maken van agrarisch natuurbeheer. En de akkerbouw en (glas)tuinbouw die internationaal een unieke positie hebben en zeer innovatief zijn. Als we ergens in de wereld snel kunnen vernieuwen, is het hier. Boeren, natuurorganisaties en de wetenschap zijn het erover eens: we kunnen onze leidende rol behouden als we de energie benutten die in de landbouwsector zit. En dus nu kiezen voor toekomstbestendige landbouw en sterke natuur en toekomstgerichte voedselsystemen.
Over de keuzes, ook moeilijke keuzes, zijn we eerlijk. De oplossing voor de stikstofcrisis begint simpelweg met veel minder stikstof uitstoten ten opzichte van 2019, zeker daar waar stikstofgevoelige natuur is. Om dat mogelijk te maken is geld nodig. Daarom reserveren we tot 2035 voldoende middelen en herstellen we het fonds voor onder meer natuurherstel en de landbouwtransitie, met als doel (juridisch) aantoonbare stikstofreductie.
Duidelijke doelen om van het stikstofslot te komen
Alleen door een forse en zekere beperking van stikstof kan de natuur op korte termijn herstellen en ontstaat er weer juridisch houdbare ruimte voor vergunningverlening. Allereerst is het beleid en de uitvoering gericht op het creëren van beweging door te voldoen aan het additionaliteitsvereiste. Dit doen we door geborgde reductie in alle sectoren, de landbouw, de industrie en mobiliteit, en het begrenzen van de emissieruimte. Als er voldoende stikstof is gereduceerd kunnen nieuwe vergunningen worden uitgegeven. Met behulp van intern en extern salderen kan ontwikkeling worden gefaciliteerd. Dat is cruciaal voor het legaliseren van PAS-melders en interimmers, boeren die willen investeren en de bouw van woningen en (energie)infrastructuur.
Onze aanpak om stikstof te reduceren richt zich met name op de meest stikstofgevoelige Natura 2000 gebieden die nog niet onder de norm zijn. Tegelijkertijd is het ook noodzakelijk om stikstofuitstoot buiten die gebieden terug te dringen. We zetten in op een combinatie van vrijwillige en meer verplichtende maatregelen. De stikstofaanpak draagt bij aan de opgaven voor water, klimaat en biodiversiteit. Dit willen we doen:
  • We halen wettelijk vastgestelde stikstof doelen in 2035, met een tussendoel in 2030. Daarvoor is een beter wettelijk kader nodig. Het meetinstrument van de Kritische Depositie Waarde (KDW) is waardevol, maar zegt niet alles over de echte staat van de natuur. Daarom vervangen we de KDW door een juridisch houdbaar alternatief dat wel stuurt op reductie van emissies en natuurherstel. We voeren een nieuwe vergunningsverleningssystematiek in, die zich baseert op doelvoorschriften. We investeren daarvoor in de uitvoeringscapaciteit bij bevoegde instanties. 
  • We zorgen dat de boer weer aan het stuur komt. De rijksoverheid stelt duidelijke algemene reductiedoelen voor stikstof, CO2 en water. In een gebiedsgerichte aanpak worden in overleg met de provincies specifieke doelen per gebied vastgesteld, en zodra dat mogelijk is ook per bedrijf. Door deze doelsturing krijgt elke boer duidelijkheid over hoeveel het bedrijf mag uitstoten. De boer mag zelf invullen hoe hij of zij dit voor elkaar krijgt. Dat kan eigenstandig of binnen een gebiedsaanpak. Als het stikstofdoel van 2035 niet wordt gehaald, kan als ultieme remedie worden gekort op dier- of fosfaatrechten. 
  • Meten is weten. Met een goed meetnetwerk monitoren we de landelijke en regionale voort-gang op het gebied van natuur, bodem en water elke twee jaar en sturen bij als het nodig is. 
  • Bij gebleken geborgde reductie wordt zo snel mogelijk een juridisch houdbare, rekenkundige ondergrens ingevoerd. 
5
  • We verbeteren de wettelijke basis voor dierrechten en breiden die uit naar alle diersoorten. Voor varkens en pluimvee (kippen en kalkoenen) gelden nu maxima voor het aantal te houden dieren per bedrijf: zogenaamde dierenrechten. Door deze uit te breiden naar andere diersoorten (landbouwhuisdieren), komt er meer grip op de productiecapaciteit in de veehouderij. 
  • Grondgebondenheid in de melkveehouderij. Een zoveel mogelijk gesloten kringloop per bedrijf of per gebied is minder vervuilend en goed voor de waterkwaliteit. Dit is nodig voor het halen van natuurdoelen. We geven de stap naar een meer circulaire landbouw op korte termijn vorm en zorgen dat we, ook voor de waterkwaliteit en het klimaat, gebiedsgericht maatregelen nemen om grasland zo veel mogelijk te behouden. 
  • Als een bedrijf overgaat naar een nieuwe eigenaar buiten de familie worden dier- en fosfaatrechten afgeroomd. Zo dringen we de uitstoot van ammoniak terug, maar ontzien we bestaande boerenfamilies 
  • We zorgen voor blijvende ondersteuning voor gebiedsprocessen, zodat extensivering, innovatie en managementmaatregelen verder kunnen worden vormgegeven. Via innovaties en managementmaatregelen kan op korte termijn al veel reductie worden gerealiseerd. Daarom beginnen we daar zo snel mogelijk mee en stimuleren we dit financieel. Boeren die de gebiedsprocessen begeleiden ontvangen een vergoeding voor de tijd die zij erin steken. 
  • Boeren die willen stoppen, kunnen dat doen op een manier die financieel eerlijk is. Daarom worden de vrijwillige beëindigingsregelingen voortgezet
  • We verminderen het gebruik van schadelijke gewasbeschermingsmiddelen. Met de glastuinbouw, de akkerbouw en ketenpartijen sluiten we nationale, bindende convenanten om het gebruik van schadelijke gewasbeschermingsmiddelen fors te beperken. Er komen duidelijke doelen, een tijdlijn voor afbouw en maatregelen als afspraken niet worden gehaald. Zo verbeteren we de waterkwaliteit, biodiversiteit en de gezondheid van het voedsel dat uit de kas of van het land komt. Er komt meer ruimte voor geïntegreerde gewasbescherming. Goed geteste groene en minder schadelijke beschermingsmiddelen worden sneller toegelaten. In Europees verband zetten we in op het toestaan van veredelingstechnieken CRISPR-Cas en cisgenese bij de veredeling van planten. 
Gebiedsgericht maatwerk: juiste keuzes op de juiste plek
Niet alles kan overal, maar met ons voorstel voor duidelijk beleid maken we ruimte voor wat wel kan. Dit willen we doen:
  • We beschermen kwetsbare natuurgebieden. Rondom Natura 2000 gebieden komt een zonering die voldoende is om de doelen voor het betreffende natuurgebied te halen. We starten met de meest kwetsbare gebieden. Binnen de zones dichtbij de natuur zal een hogere emissiereductie nodig zijn en past de provincie een gebiedsgerichte aanpak toe: extensiveren, omschakelen, verplaatsen of beëindigen. Er zullen zo in deze zones minder dieren per hectare worden gehouden voor een landbouw die in balans is met natuur, bodem en water. We sluiten binnen deze gebiedsgerichte aanpak zoveel mogelijk aan bij lopende processen in de provincies, omdat per gebied maatwerk nodig is. Provinciale plannen moeten voldoen aan landelijke vereisten voordat middelen worden uitgekeerd. 
  • We geven prioriteit aan de gebieden met de hoogste nood. Daarvoor bepalen we samen met andere overheden welke gebieden als eerste een aanpak met extra aandacht nodig hebben. We kijken waar de meest kwetsbare natuur is en we nemen daarbij ook prioriteiten op het gebied van woningbouw en economie mee. We geven duidelijke landelijke kaders mee voor de gebiedsgerichte aanpak, zodat er niet overal verschillende regels voor boeren ontstaan. Per gebied wordt gewerkt aan stikstofreductie, natuurbehoud en –herstel, waterkwaliteit, het tegengaan van verdroging en het herstel van ecosystemen. Beheerplannen worden geactualiseerd met mitigerende maatregelen, zodat toegewerkt wordt naar een gunstige staat van instandhouding van de natuur. 
  • Gerichte ondersteuning voor boeren. Als boeren hun bedrijf moeten aanpassen of als in het gebiedsproces duidelijk wordt dat zij hun bedrijf niet op dezelfde plek kunnen voortzetten, compenseren we boeren voor extensivering, verplaatsing of in het uiterste geval uitkoop, waardedaling van grond en/of andere schade. Boeren die verduurzamen of omschakelen naar minder intensieve of natuurinclusieve landbouw, krijgen ondersteuning. Daarbij kunnen middelen voor agrarisch natuurbeheer een extra impuls geven. 
  • Op plekken waar het kan, krijgt landbouw de ruimte. Om verplaatsing mogelijk te maken voor bedrijven die weg willen uit de omgeving van natuurgebieden komt er, naast regionale grondbanken, een integrale nationale grondbank. Met langjarig structuurbeleid, regie en stimulerende regelingen zorgen we ervoor dat gronden en bedrijfslocaties van boeren zonder bedrijfsopvolgers worden verschoven naar de (jonge) boeren die door willen. Ketenpartijen worden aangespoord hieraan bij te dragen. 
6
Perspectief voor de landbouw met innovatie als motor
Om het boerenbedrijf beter in balans te brengen met water, bodem, klimaat en dierwaardigheid kan innovatie een sleutelrol vervullen. Dat vergt een overheid die vanuit vertrouwen werkt en naast de boeren staat om samen de transitie naar een duurzamer voedselsysteem te realiseren. Boeren verdienen daarbij gerichte steun. Dit willen we doen:
  • AI, drones, sensortechnologie, robotisering, biotechnologie/genetica dragen allemaal bij aan de voedselproductie van de toekomst. Met subsidies en kredieten ondersteunen we private investeringen. Door goed samen te werken met het agrarisch bedrijfsleven en kennisclusters kunnen we bewezen innovaties die goed aansluiten bij een toekomstbestendig en duurzaam voedselsysteem opschalen en uitrollen. 
  • We maken afspraken met agroketens voor eerlijke prijzen voor duurzame producten, zodat de boer meer overhoudt. Ook over het aanbieden van groente en fruit die aantoonbaar duurzaam worden geproduceerd of uiterlijk afwijken. 
  • We werken aan versterking van de uitvoeringskracht in de sector. Er zijn al tal van publiek-private samenwerkingsverbanden en verschillende sectororganisaties. Het formaliseren en versterken van deze samenwerking kan helpen de transitie te versnellen. In overleg met de sectorpartijen zal gekeken worden welke vorm daarbij het meest doelmatig en effectief is (bijvoorbeeld een nieuwe vorm van productschappen). 
Onze natuur herstellen en versterken
We zijn trots op onze Nederlandse natuur en landschappen. We willen die gezond doorgeven aan toekomstige generaties zodat ook zij kunnen genieten van de natuur. Een rijke biodiversiteit geeft ons schone en gezonde lucht, helpt bij bestuiving van gewassen en is belangrijk voor het opvangen van klimaatextremen. Om goed voor onze natuur te zorgen willen we flink aan de slag. Dit willen we doen:
  • We herstellen verslechterde natuurgebieden samen met provincies, waterschappen, boeren en natuurorganisaties. Met de aanpak van stikstof en een gebiedsgerichte inzet tegen verdroging en invasieve exoten herstellen we natuurgebieden die er slecht voor staan. 
  • Verbinden en vergroten bestaande natuurgebieden. We voeren het Natuurpact uit en maken nieuwe afspraken voor de periode na 2027. Door natuurgebieden beter met elkaar te verbinden en versnippering tegen te gaan, zorgen we ervoor dat de natuur zichzelf kan versterken. Met structurele financiering en heldere verantwoording voor effectief natuurbeheer houden we gebieden beter in stand en breiden we waar nodig natuurgebieden uit. Waar dat kan kiezen we voor agrarisch natuurbeheer en medegebruik. 
  • Boeren beheren al eeuwenlang ons landschap en kunnen met slim agrarisch natuurbeheer veel bijdragen aan schoon water en het beschermen van plant- en diersoorten. Voor een eerlijke vergoeding voor agrarisch natuurbeheer, zetten we in op langjarige contracten voor agrarisch natuurbeheer en uitbreiding van agrarische natuur. We betalen boeren voor aanleg en onderhoud. Hierbij kijken we hoe dit het meest oplevert voor natuur en water. 
  • We stellen structureel middelen beschikbaar vanuit het Subsidiestelsel Natuur en Landschap (SNL) voor terrein beherende organisaties om o.a. noodzakelijk (intensiever) natuurbeheer en mitigatiemaatregelen te nemen die nodig zijn om de natuur, en in het bijzonder de stikstofgevoelige natuur in Natura 2000 gebieden, te herstellen. 
  • Omdat de ruimte in Nederland beperkt is en de ambities groot zijn, kunnen slimme natuurlijke oplossingen bijdragen aan het verlichten van de druk op de natuur. Door samen met gemeenten, provincies en waterschappen natuur mee te nemen in andere besluiten, wordt het makkelijker de biodiversiteit te beschermen. Dat kan bijvoorbeeld door in steden meer bomen te planten, groene daken aan te leggen en vaker te kiezen voor natuurlijke vijvers en bloemrijke bermen. 
  • We voeren de Natuurherstelverordening uit. Hierin zijn afspraken gemaakt om natuur te herstellen die nu nog niet in goede staat is en voor het voorkomen van verdere verslechtering, ook buiten Natura 2000 gebieden. De inzet richt zich onder andere op de vergroening van stedelijk gebieden en natuurherstel in de Noordzee en de Waddenzee. 
7
ECONOMIE, ENERGIE EN KLIMAAT
Nederland is een land van doeners. Van ondernemers die met creativiteit, vakmanschap en lef onze samenleving vooruithelpen. Zij bedenken oplossingen voor grote uitdagingen en bouwen mee aan onze brede welvaart. Die kracht koesteren we, want daarin schuilt onze toekomst.
Maar ons verdienvermogen staat onder druk en daarmee ook de banen van de toekomst en de lange termijn betaalbaarheid van onze (sociale) voorzieningen. Terwijl andere landen sneller in productiviteit groeien, raken wij achterop. De verduurzaming stokt, het energienet zit vol en de stikstofcrisis houdt bouwprojecten tegen. Mensen maken zich zorgen over de betaalbaarheid van de energietransitie. Toch geloven wij in een eenvoudig, maar krachtig principe: een sterke economie, waar gewone Nederlanders van profiteren, en een leefbare aarde kunnen hand in hand gaan. Vooruitgang is mogelijk, als we durven te kiezen voor betaalbare duurzaamheid en energie.
Wij willen bouwen aan een duurzame, toekomstbestendige economie die ons land sterker maakt, waarbij MKB ondernemers cruciaal zijn. Met solide bedrijven die bijdragen aan strategische onafhankelijkheid, veiligheid en toegang tot essentiële producten en technologieën. Zo zorgen we ervoor dat we ook over twintig jaar genoeg geld verdienen om onze zorg, sociale zekerheid en onderwijs te kunnen betalen. Daarom doorbreken we taaie problemen die het Nederlandse verdienvermogen in de weg zitten. We benutten daarvoor de adviezen van Draghi, Letta en het snel te verschijnen advies van Wennink over het concurrentievermogen van Europa en Nederland. We investeren fors in innovatie, kennis en onderzoek, digitalisering en nieuwe energie-infrastructuur. We creëren ruimte om te bouwen door het stikstofprobleem echt op te lossen. We zorgen dat de financiering van onze bedrijven soepeler verloopt, zodat ze kunnen blijven concurreren en vernieuwen.
Technologie en innovatie stimuleren
Om onze economie concurrerender, productiever en onafhankelijker te maken moeten we investeren in de technologieën van de toekomst. Innovatie en toegepaste kennis zijn de motor van ons toekomstig verdienvermogen, en daarvoor zijn meer publieke en private middelen en meer focus nodig. Dit willen we doen:
  • We verhogen publieke investeringen in R&D die nodig zijn voor ons toekomstig verdienvermogen en voor productiviteitsverhoging. Daarmee bewegen we richting het Lissabon doel van 3% van het bbp aan publieke en private investeringen in innovatie. De overheid streeft hierbij naar tenminste 1% van het bbp. 
  • We investeren in de uitvoering van de Nationale Technologiestrategie, vergroten de experimenteerruimte voor jonge technologiebedrijven en ondersteunen regionale innovatieclusters. We stimuleren sleuteltechnologieën. We willen Nederlandse en Europese bedrijven de ruimte bieden om zich te ontwikkelen tot koploper in de wereld. We gebruiken innovatiestimulering ook om de Nederlandse defensie-industrie te versterken. We gaan door met project Beethoven. 
  • We voeren een strategisch industriebeleid via samenwerkingsverbanden in (deel)sectoren en regio's die bepalend zijn voor onze toekomst: high-tech-maakindustrie, groene chemie, energie, water en maritiem, AI en agri-food. 
Een aantrekkelijk land voor kennis en talent
Nederland heeft grote behoefte aan vakmensen en knappe koppen. We willen een land zijn dat zich niet achter de dijken terugtrekt en waarin mensen hun talenten kunnen ontwikkelen. Dit willen we doen:
  • We willen onderzoeksinstellingen in staat stellen om toponderzoekers en toptalenten uit het buitenland aan te trekken en te behouden. Universiteiten voeren de bestaande afspraken uit over aantallen internationale studenten en krijgen weer de ruimte om in te zetten op het aantrekken van wetenschappelijk toptalent. Daarom willen we de expatregeling herstellen, de kenniswerkersregeling verbeteren en aansluiten bij de EU-talent pool. 
  • We investeren in wetenschappelijk onderzoek, digitale infrastructuur en kennisvalorisatie om (wetenschappelijke) kennis vaker en beter naar de markt te brengen. 
  • We investeren in campussen als belangrijke locaties in onderzoeks- en innovatie ecosystemen. Dit draagt bij aan een ecosysteem voor startups en scale-ups. 
  • We zorgen dat werkenden beter kunnen inspelen op digitalisering en ontwikkelingen in de economie. Daarvoor introduceren we het persoonlijk leerbudget of leerrechten, afhankelijk van genoten opleidingstijd, zodat mensen makkelijker kunnen omscholen en blijven leren tijdens werk. 
8
  • We hebben MBO-, HBO- en WO-instellingen hard nodig om mensen op te leiden voor de arbeidsmarkt van de toekomst. In het MBO worden de mensen opgeleid, die noodzakelijk zijn voor het realiseren van de grote transities. We zorgen ervoor dat MBO’ers de erkenning krijgen die ze verdienen en er meer geïnvesteerd wordt in kraptesectoren, waaronder door herstel van het regionaal investeringsfonds MBO. 
Stabiel beleid en een gelijk speelveld met betere toegang tot financiering
Ondernemers - van zzp’ers, MKB’ers tot grote bedrijven - alle ondernemers vragen van Den Haag visie, voorspelbaarheid en duidelijkheid. We combineren rust, reinheid en regelmaat met ambitieuze economische plannen. Dit willen we doen:
  • We willen bedrijven ondersteunen in investeringen die passen bij onze economie van de toekomst, door uitbreiding van de WBSO voor ontwikkeling van AI en technologie, een belastingvoordeel voor (clean/green) tech bedrijven, behoud van de Innovatiebox en het integreren van de EIA, MIA en VAMIL in één robuuste investeringsregeling. 
  • We willen zoveel mogelijk een gelijk speelveld in Europa met een stabiel tarief in de vennootschapsbelasting. 
  • Er komt een Nationale Investeringsinstantie die zich richt op maatschappelijk relevante investeringen op het gebied van verduurzaming van de industrie, opschaling van duurzame energie en projecten met een positief effect op het nationale verdienvermogen. Invest NL, Invest International en het RVO instrumentarium vormen hiervoor de basis. Met een substantieel startkapitaal kan deze instelling risicodragende financiering beschikbaar stellen voor investeringen in noodzakelijke transities en innovatie. Deze investeringsbank bevat publiek/privaat financieringsinstrumentarium en geeft meerjarige garanties af, ook met als doel om kapitaal van institutionele beleggers te mobiliseren. Deze instelling richt zich ook op innovatieve bedrijven, startups en scale-ups die werken aan technologieën en projecten die kansrijk zijn voor grotere uitrol (Technology Readyness level van 4-8). We zetten het Nationaal Groeifonds bovendien door en zorgen daarmee voor de verdere opschaling van technieken en innovaties die nog minder ver ontwikkeld zijn, maar wel veel potentieel hebben (level 1-3). 
  • We stimuleren mensen om spaargeld te beleggen in de Nederlandse economie. Met hetzelfde doel voor ogen voeren we ook een faciliteit in box 3 in voor fiscaal gunstig verstrekken van een achtergestelde lening aan MKB-bedrijven, naar voorbeeld van de zogenoemde win-win-lening. Ook herstellen we de fiscale voordelen voor groen sparen en beleggen. We verbeteren de toegang tot financiering voor MKB, waaronder startups en scale-ups, verder door uitbreiding en modernisering van de BMKB-regeling. 
  • We zetten in op het vervolmaken van de Europese kapitaalmarktunie. Zo krijgen bedrijven bredere toegang tot financiering, anders dan alleen via de bank. We maken een plan om meer Europese cofinanciering naar Nederland te halen en betere aansluiting te vinden bij Europese programma's, zoals de IPCEI-projecten en de Chips Act 2.0. We zetten ons voluit in voor het versterken van de Europese interne markt, conform het rapport van Letta. 
Investeren in energie(zekerheid) en betaalbare energie van eigen bodem
Het is cruciaal om te investeren in energiezekerheid en betaalbare energie, ook voor de lange termijn. Dit willen we doen:
Het aanpakken van de netcongestieproblemen heeft onze hoogste prioriteit. We pakken de meest urgente projecten als eerste aan. De beschikbare netcapaciteit moet ook beter benut worden, door o.a. prikkels in de nettarieven, flexcontracten en energiehubs. We maken een Crisiswet Netcongestie, we versnellen daarmee de procedures voor vergunningen en grijpen in als de bouw/aanleg stagneert.
We zetten vol in op elektrificatie, omdat dit de belangrijkste route is om de industrie te verduurzamen. De opslag van CO2 (CCS) op de Noordzee zal ook nodig zijn en daarom investeert het Rijk daarin via haar deelnemingen in de opslag van CO2.
We blijven investeren in wind op zee via Contracts for Difference. Mede daarmee zorgen we voor een goede afstemming tussen aanbod en vraag van elektriciteit in de industrie en een betere interconnectie met andere landen.
We verlengen de SDE++ na 2030 ten behoeve van de uitrol van duurzame energiebronnen. We willen ervoor zorgen dat nieuwe duurzame elektriciteitsbronnen op een ‘netbewuste’ wijze in het energienetwerk worden ingepast.
We zetten in op productie van groen gas en groene waterstof. We investeren in groene waterstofproductie en -levering. In de transitie kan blauwe waterstof onder duidelijke voorwaarden een rol spelen in het opschalen van de Nederlandse waterstofketen.
We versterken het nucleaire cluster in Nederland en versnellen het SMR-programma. Allereerst door de bouw van nieuwe kerncentrales, met als primair voorkeursgebied Zeeland.
9
We blijven vol inzetten op warmtenetten, om zo ook netcongestie te verminderen. Mensen krijgen zo snel mogelijk duidelijkheid of ze een warmtenet krijgen of een andere verduurzamingsoptie. Om de uitrol van warmtenetten te versnellen en voor huishoudens betaalbaar te houden, is de overheid bereid om via een staatsdeelneming private warmtebedrijven over te nemen.
Voor de leveringszekerheid van elektriciteit introduceren we een capaciteitsmarkt, zodat er altijd voldoende elektriciteit is voor piekmomenten.
We geven prioriteit aan de verduurzaming van woningen en maken de energierekening zo blijvend betaalbaar, bijvoorbeeld met een Nationaal Isolatie Offensief. In de jaren tot 2030 hel-pen we via het NPLV de wijken met de grootste energiearmoede. Verhuurders worden verplicht energielabels E, F en G voor huurwoningen per 2028 uit te faseren; labels C en D per 2040.
Er komt structureel budget voor het Noodfonds Energie, zodat niemand in de kou hoeft te zitten, terwijl we de energietransitie versnellen.
Het Groningerveld blijft gesloten. Er komen geen nieuwe vergunningen voor gaswinning onder de Waddenzee.
We brengen Nederland weer op koers voor het klimaat
We gaan met volle kracht aan het werk om de klimaatdoelen te halen. Het klimaatdoel van 2030 wordt lastig, maar we houden die ambitie vast. We gaan vol door met de implementatie en realisatie van maatregelen die reeds zijn afgesproken en we versnellen en realiseren doorbraken waar mogelijk. Door vol in te zetten op lange termijnbeleid en een slimme Europese aanpak doen we alles wat nodig is om de klimaatdoelen voor 2040 en 2050 te halen. Dit willen we doen:
  • We werken toe naar een volledig circulaire economie in 2050. Daarom willen we het Natio-naal Programma Circulaire Economie versnellen. We stellen per sector (nationale of Europese) circulaire doelen, zodat ondernemers lange termijn duidelijkheid en investeringszekerheid krijgen. 
  • We breiden laadinfrastructuur voor elektrische voertuigen uit en houden elektrisch rijden fiscaal aantrekkelijk. We stimuleren het gebruik van deelauto’s, fiets en openbaar vervoer. 
  • We hervormen de autobelastingen, zodat niet voor bezit maar voor gebruik wordt betaald. Daarbij ontzien we regio’s waar weinig OV is en mensen langere afstanden moeten afleggen. 
  • We versnellen de landbouwtransitie, zodat ook die sector evenredig bijdraagt aan het halen van de klimaatdoelen. 
  • We stimuleren nationale innovaties voor negatieve emissies/koolstofverwijdering. We gaan internationaal aan de slag met het opzetten van een kenniscluster voor Carbon Management. 
Versnellen van de verduurzaming van de (energie-intensieve) industrie
We zetten vol in op een groene industrie en lagere uitstoot. Dit kan alleen als de overheid en industrie, met een Europese blik, de handen ineen slaan. Zo worden we strategisch autonomer en bouwen we aan een land wat we door willen geven. Dit willen we doen:
Om bedrijven in staat te stellen om te investeren in verduurzaming, creëren we een gelijk speelveld, daarom schaffen we de nationale CO2-heffing af en zorgen voor een substantiële verlaging van de elektriciteitskosten. We maken harde afspraken met de industrie over het tempo van verduurzaming. Als we nieuw beleid invoeren kijken we standaard naar de effecten op het gelijke speelveld met omringende landen.
We gaan door met de bestaande maatwerkafspraken; nieuwe maatwerkafspraken richten zich op clusters of gebieden.
Voor de energie-intensieve haven- en industrieclusters, die in de ontwerp-Nota Ruimte zijn aangewezen als gebieden van Nationaal Belang1
1 Rotterdam-Moerdijk, Noordzeekanaalgebied, Chemelot, Noord-Nederland en Zeeland – West-Brabant. , maken we een nationaal ruimtelijk-economische strategie. Daarmee realiseren we een clustering van zware industriële activiteiten.
10
ASIEL EN MIGRATIE
Migratie heeft de politiek veel te lang verlamd. Alsof het rechts is om grip op migratie te willen, en links om te willen dat migranten fatsoenlijke opvang krijgen en een bijdrage leveren. Die tegenstelling willen we doorbreken: we kiezen voor duidelijkheid, menselijkheid en een overheid die weer grip heeft op haar eigen taak. Want meer grip op migratie en menswaardige opvang en integratie is wel mogelijk, mits we bereid zijn de noodzakelijke keuzes te maken. Na jaren van politieke strijd is het hoog tijd voor een doorbraak in het migratiedossier.
We beginnen bij de feiten en nemen als vertrekpunt de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen. Ongecontroleerde migratie overvraagt nu de draagkracht van de samenleving. De huidige asielketen loopt vast. Mensen wachten te lang, procedures zijn onnodig ingewikkeld, arbeidsmigratie gaat te vaak gepaard met uitbuiting en misstanden. Gemeenten moeten improviseren in een permanente crisismodus. Zo behandelen we niemand rechtvaardig. Niet de samenleving, niet de uitvoerders, en niet de mensen die vluchten voor oorlog en geweld.
Door keuzes te maken en te investeren in eenvoud, snelheid en menselijkheid, brengen we orde terug, met drie uitgangspunten: meer controle op instroom, fatsoenlijke opvang en sneller meedoen. Dat zal niet direct alle problemen oplossen. De asielopvang stond al onder enorme druk en de invoering van het Europees migratiepact zal in het begin veel extra druk betekenen. Ook bij arbeidsmigratie moeten we keuzes maken. Daarom gaan we sturen op de sectoren waarin we arbeidsmigratie echt nodig hebben en gaan we uitbuiting van arbeidsmigranten harder aanpakken.
Rechtvaardig en humaan Europees asielbeleid
Voor een rechtvaardig en humaan asielbeleid moeten we af van de mensensmokkelaars die fors geld verdienen aan het leed van mensen op de vlucht. De Europese buitengrens is ook onze buitengrens. Het Europees migratiepact gaat in 2026 eindelijk van start en biedt hiervoor een gouden kans. Dit willen we doen:
Voor de modernisering van het vluchtelingenverdrag moet Europa de leiding nemen om internationaal draagvlak te vinden, zodat asielaanvragen buiten Europa kunnen worden ingediend en afgehandeld. Hiermee kunnen via hervestiging erkende vluchtelingen worden verdeeld over Europa en bestrijden we de mensonterende praktijken rond de Middellandse Zee. Dit is een lange termijn opgave.
We kijken welwillend naar de herziening van de terugkeerrichtlijn. Hiermee worden nationale terugkeerbesluiten onderling erkend en verruimen we de mogelijkheden voor gesloten opvang voorafgaand aan uitzetting.
We voeren overleg met Duitsland en België om te kijken waar we onze voorwaarden aan asielvergunningen, arbeidsparticipatie en nareis kunnen harmoniseren zodat we als buurlanden niet tegen elkaar opbieden.
Conform het EU migratiepact komt er gesloten opvang voor asielzoekers. Om te waarborgen dat deze opvanglocaties veilig en menswaardig zijn gaat Nederland hieraan bijdragen.
Rust in de asielketen
We moeten af van de permanente crisismodus in de asielketen. We kunnen dit met zijn allen beter regelen, zodat het COA en gemeenten niet met hun rug tegen de muur komen te staan. Dit willen we doen:
  • We willen het COA in staat stellen om volgens de afspraken met het kabinet uit 2023 41.000 structurele opvangplekken en 29.000 flexibele opvangplekken te realiseren met stabiele financiering. Alle noodopvangplekken worden de komende periode gesloten en vervangen door reguliere opvangplekken. Op die manier voorkomen we ook het continu verhuizen van kinderen. Als de instroom daalt komen flexibele plekken beschikbaar voor gemeenten die deze plekken inzetten voor tijdelijke huisvesting van aandachtsgroepen uit de huisvestingswet. 
  • Op verzoek van de gemeenten en de uitvoeringsorganisaties in het asielsysteem houden we de spreidingswet in stand. Daarmee borgen we een rechtvaardige verdeling over alle gemeenten. 
  • We willen dat Vluchtelingenwerk, in samenwerking met COA en IND, op alle locaties actief kan zijn en daarmee ook het COA en de IND ontlast bij de asielprocedure. 
  • We zorgen ervoor dat de hele vreemdelingenketen (IND, COA, Nidos en DT&V) meerjarige financiering krijgt op basis van realistische prognoses. 
11
  • We staan voor veilige opvang van kwetsbare groepen zoals kinderen, LHBTI’ers en bekeerlingen. Wie deze opvang onveilig maakt, wordt sneller onder verscherpt toezicht geplaatst. Kwetsbare alleenstaande minderjarige vluchtelingen worden vaker begeleid tot hun 21e in plaats van hun 18e, om zo te voorkomen dat jonge asielzoekers vervallen in overlast gevend of crimineel gedrag. 
De uitvoering op orde met nationale maatregelen
Met de invoering van het Europees migratiepact staan we aan de vooravond van de grootste herziening van het asielstelsel in decennia. Om dit goed in en uit te voeren geven we uitvoeringsorganisaties daar voldoende middelen en ruimte voor. Dit willen we doen:
  • Om de IND in staat te stellen sneller te beslissen wordt de asielprocedure vereenvoudigd. Door het afschaffen van de AA/VA-procedure en verplichte procedurestappen zoals het aanmeldgehoor, verplicht medisch advies en de voornemenprocedure, krijgt de IND meer flexibiliteit om tot een zorgvuldig besluit te komen. 
  • We voeren de driejarige tijdelijke verblijfsvergunning in. Met het EU-migratiepact is het geven van een permanente verblijfsvergunning niet meer mogelijk. We maken naturalisatie tot Nederlander mogelijk onder de huidige voorwaarden voor vluchtelingen die tweemaal een tijdelijke verblijfsvergunning hebben gekregen. 
  • We gaan herhaalde asielaanvragen veel strenger toetsen, waarmee we onnodig stapelen van procedures tegengaan. 
  • Het niet meewerken aan procedures wordt een afwijzingsgrond. Zo zorgen we dat procedures niet langer duren dan strikt noodzakelijk. 
  • We voeren, conform het Europees migratiepact, het tweestatusstelsel in. Daarin wordt onderscheid gemaakt tussen verdragsvluchtelingen en zogenaamde subsidiair beschermden. Hierbij creëren we de mogelijkheid om conform EU-recht voor nareis tijdelijk voorwaarden te stellen aan huisvesting en inkomen. Daarmee kan de druk op de opvang en woonvoorzieningen worden verlicht zolang de voorraad van de IND en de opvang van het COA overbelast zijn. 
Hoe eerder mensen meedoen, hoe beter
We willen graag dat iedereen, ook nieuwkomers, actief deelnemen én bijdragen aan de samenleving. Dat betekent snel starten met taal en werk of school. We beschouwen dit als een wederkerige opdracht en gaan hier maximaal op inzetten. Dit willen we doen:
  • Mensen met een goede kans op een verblijfsvergunning krijgen na een maand in de asielprocedure het recht om aan het werk te gaan. We schrappen administratieve rompslomp door een alternatief voor de Tewerkstellingsvergunning in te voeren. Kansrijke asielzoekers krijgen vanaf het begin hulp en bemiddeling naar werk om sneller te integreren én bij te dragen aan de opvang. 
  • Taal is cruciaal. We starten direct bij het begin van de asielprocedure met taalles. 
  • Bij alle grotere opvanglocaties komt een meedoenbalie. Daar worden mensen in procedure geholpen met taalles, vrijwilligerswerk of betaald werk. 
  • Oekraïense vluchtelingen in Nederland vallen tot 2027 onder de tijdelijke beschermingsrichtlijn. We creëren per 2027 een tijdelijke verblijfsstatus voor hen gelijk aan die van statushouders. Zij krijgen daarmee zekerheid en gaan zelf bijdragen. 
  • Door de nationaliteitswet te moderniseren verliezen Nederlanders in het buitenland hun nationaliteit niet sneller dan voor onze buurlanden Duitsland, België, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk geldt. 
Streng optreden tegen overlast
Als we een veilige haven willen bieden aan mensen in nood, en draagvlak voor opvang willen behouden, moeten we overlastgevers aanpakken. De kleine groep die de meeste overlast veroorzaakt, zoals in Ter Apel en Budel, gaan we steviger aanpakken. Dit willen we doen:
  • We breiden het aantal verscherpt toezichtlocaties (vtl) flink uit. De ernstigste overlastgevers worden waar mogelijk in vreemdelingenbewaring genomen en uitgezet. 
  • We gaan eindelijk zorgen voor meer en betere informatie-uitwisseling tussen politie, gemeenten, zorgverleners en het COA. 
  • Voor gemeenten met een aanmeldcentrum wordt structureel hogere politie-inzet mogelijk. 
Fatsoenlijke regels voor Arbeidsmigratie en misstanden aanpakken
Arbeidsmigratie kan waardevol zijn voor onze economie, maar zoals het nu is georganiseerd legt het te veel druk op lokale gemeenschappen, uitvoeringsdiensten en arbeidsmigranten zelf. Uitbuiting en misstanden zoals die nu voorkomen zijn Nederland onwaardig. We willen weg van laagbetaalde arbeidsmigratie en naar gerichte arbeidsmigratie voor sectoren die maatschappelijk en economisch belangrijk zijn. Dit willen we doen: 12
  • Door de adviezen van de Commissie Roemer en het SER-advies ‘Arbeidsmigratie naar waarde’ uit te voeren weren we malafide uitleners, beschermen we de positie van werknemers en gaan we misstanden zoals onderbetaling en slechte huisvesting tegen. 
  • Omdat individuele registratie van arbeidsmigranten in de praktijk ingewikkeld blijkt, betrekken we werkgevers nadrukkelijk bij deze taak, zodat toezicht en handhaving vanaf het begin op orde zijn. 
  • We leggen meer verantwoordelijkheid bij werkgevers om te zorgen voor voldoende huisvesting en we maken een einde aan de afhankelijkheidsrelatie waarbij een arbeidsmigrant op straat komt te staan bij het verliezen van het werk. 
  • Als stok achter de deur zetten we in sectoren waar misstanden met tijdelijke, laagbetaalde arbeidsmigranten hardnekkig blijven bestaan, uitzendverboden in. 
  • Met ruimtelijke ordeningsinstrumenten en gemeentelijke bedrijfseffectrapportages zorgen we dat huisvesting, voorzieningen en leefbaarheid op orde zijn voordat extra werknemers worden aangetrokken. Dit moet ook worden vastgelegd in een provinciale RO-verordening. 
13
DEFENSIE EN INTERNATIONALE VEILIGHEID
Vrijheid en democratie zijn niet vanzelfsprekend in de wereld. De zorg voor de veiligheid van ons land raakt ons allemaal direct. Als samenleving moeten we daarom weerbaarder worden. We willen meer, sneller en beter investeren in defensie. Waar het kan samen met bondgenoten, want Europa en de NAVO zijn de hoekstenen van onze veiligheid. Door de Europese defensie en defensie-industrie te versterken, schrikken we Russische agressie af en worden we minder afhankelijk van de Verenigde Staten. Oekraïne blijven we onvoorwaardelijk steunen. Dat is niet alleen essentieel voor Europa’s veiligheid, het is ook rechtvaardig: een brute aanval op een vrije democratie mag immers nooit worden beloond.
De Russische agressie staat niet op zichzelf. Zonder steun van China, Iran en Noord-Korea had Poetin de strijd al moeten staken. En op allerlei manieren probeert Rusland Europa te intimideren: met sabotage, drone-incursies en cyberaanvallen. Weerbaarheid gaat dan ook verder dan klassiek-militaire kracht: het gaat om effectief optreden tegen alle vormen van ondermijning die de democratische wereld bedreigen. Daarom bouwen we tegelijk een weerbare samenleving, waarin we de kracht van verenigingen, maatschappelijke organisaties en MKB ondernemers in buurten, wijken en dorpen benutten. Kritieke infrastructuur en vitale processen zoals communicatie, voedsel en energie maken we meer robuust.
De afgelopen tijd heeft Nederland zichzelf verzwakt op het wereldtoneel: door fors te korten op ontwikkelingssamenwerking en door het sluiten van diplomatieke posten trokken we ons terug. Dat moet anders. We gaan investeren in internationale samenwerking, en zelfverzekerd weer de kop pakken in Europa, op handel en diplomatie. Van watermanagement en voedselzekerheid tot chipmachines: we hebben de wereld veel te bieden.
Bouwen aan de krijgsmacht van de 21e eeuw
Een agressief Rusland en een steeds assertiever China vormen samen de grootse uitdaging voor onze veiligheid sinds de Koude Oorlog. Zowel in Europa als het Caribisch gebied wordt het Koninkrijk geconfronteerd met meer (militaire) dreiging. Daarom hebben we sneller een moderne krijgsmacht nodig: met capaciteiten op land, zee, in de lucht en op cyber en in de ruimte. Dit willen we doen:
  • We committeren ons aan de NAVO-norm van 3,5% van het bbp voor defensie-uitgaven in 2035. Vanwege de toegenomen dreiging versnellen we het tempo waarin we toewerken naar de 3,5% norm, ook in deze kabinetsperiode. 
  • Voor innovatie en digitale infrastructuur zijn Nederland en Europa vooralsnog afhankelijk van de VS. Gevolg is dat we ons wapensystemen grotendeels uit Amerika halen. Om dat te veranderen gaan we zélf vol investeren. Naar model van het Amerikaanse militair-civiel onderzoeksinstituut DARPA maken we één fonds voor defensie-innovatie wat toegroeit naar 10% van het defensiebudget, waarin defensie met universiteiten, hogescholen, onderzoeksinstituten en de defensie-industrie werkt aan de krijgsmacht van de toekomst. 
  • In 2030 hebben we een schaalbare krijgsmacht van minimaal 122.000 manschappen. We voeren een defensie-oriëntatie in: iedere jonge Nederlander kan ervoor kiezen een tijd voor Nederland aan de slag te gaan. We verwachten dat de krijgsmacht daardoor voldoende groeit. Voor het geval de opschaling van de krijgsmacht onvoldoende snel gaat, bereiden we een selectieve opkomstplicht voor. We verruimen de wettelijke mogelijkheden voor Defensie om in vredestijd te oefenen en de noodzakelijke ruimte daartoe te krijgen. 
Een veilig Nederland in een sterk Europa
Onze vrede en veiligheid kunnen we alleen samen met bondgenoten in Europa waarborgen. Wat Europa nu in de weg zit is een gebrek aan daadkracht en te weinig strategische autonomie. We willen daarom dat Nederland het voortouw pakt in de beweging naar een sterker, veiliger en meer geïntegreerd Europa. Dit willen we doen:
  • Voor 2030 streven we ernaar de helft van onze defensie-aankopen en -productie gezamenlijk met EU-partners te doen, bij Europese bedrijven. Standaarden voor wapensystemen gaan we maximaal gelijktrekken in Europa. Om het tempo van defensie-investeringen te versnellen, zetten we in op meer publieke sturing van de EU én lidstaten, zoals we ook deden in coronatijd. 
  • Nederland neemt het voortouw om meerderheidsbesluitvorming in te voeren in het gemeenschappelijk buitenlands, veiligheids- en defensiebeleid van de EU. Maatregelen voor meer Europese veiligheid worden te vaak geblokkeerd door één of twee landen. 
  • Samen sterker: we versterken Europese defensiesamenwerking. Onder meer door uitbreiding van gezamenlijke gevechtseenheden zoals met Duitsland en intensievere samenwerking van de beste Europese inlichtingendiensten in een nieuw verband ‘Euro Eyes’. We gaan stap voor stap kritieke militaire capaciteiten opbouwen die nu alleen de VS kunnen leveren, zoals luchttransport en inlichtingen. 
14
  • Voor Europese defensieprojecten – zoals de ‘European Drone Wall’ – willen we onder strikte voorwaarden Europese financieringsinstrumenten mogelijk maken. Niet alleen Nederland, maar álle NAVO-lidstaten moeten hun defensie sneller op orde brengen. Daarom steunen we de routekaart voor Europese Defensie: Readiness 2030. We versterken de digitale autonomie van Nederland en Europa door meer grip te nemen op onze eigen data: de overheid kiest bij cruciale diensten en cloudoplossingen voor Nederlandse of Europese alternatieven. 
Een vrij Oekraïne is een veilig Europa
Langdurige Europese inzet zal nodig zijn om Oekraïne te helpen zich te verdedigen tegen de Russische agressie en te herstellen. Dit willen we doen:
  • We verhogen samen met andere Europese landen meerjarig de militaire en humanitaire steun aan Oekraïne. Zo compenseren we het wegvallen van Amerikaanse steun. Het beleid om direct te investeren in Oekraïense defensie-industrie zetten we voort, zowel met bedrijven in Nederland áls Oekraïne. 
  • Het pad van de Oekraïners naar NAVO- en EU-lidmaatschap is onomkeerbaar. We ondersteunen Oekraïne waar mogelijk om snel toe te werken naar lidmaatschap van EU en NAVO, en om te voldoen aan alle voorwaarden. We doorbreken de impasse waardoor één land nu het EU-toetredingsproces blokkeert. 
  • We gebruiken de bevroren Russische tegoeden voor extra steun aan Oekraïne en zetten in op scherpere sancties. We dragen zo nodig bij aan waarborgen voor België om de Russische tegoeden vrij te kunnen geven. We gaan onze wateren beter controleren op de Russische schaduwvloot. Het Oekraïnetribunaal voor Russische oorlogsmisdaden komt in Den Haag. 
Een land dat over de dijken kijkt
Voor vrede en veiligheid zijn ook diplomatie en een sterke internationale rechtsorde nodig. Daarom gaan we onze rol en zichtbaarheid in de wereld weer opbouwen. Internationale handelsbeperkingen maken daarnaast dat Nederland nieuwe handelsbanden nodig heeft, ook met het oog op afhankelijkheid van grondstoffen. Dit willen we doen:
  • Nederland investeert weer in internationale diplomatieke relaties. Op verzoek van bedrijven en ondernemers behouden we onze diplomatieke posten in snelgroeiende economieën als Brazilië en Burundi. 
  • We willen de grondoorzaken van vluchtelingenstromen en conflicten aanpakken. Dat kunnen we mede doen door weer stapsgewijs toe te werken naar 0,7% van het BNI voor ontwikkelingssamenwerking
  • Steun voor de EU-Mercosur en EU-Mexico (MGA) handelsverdragen. We willen vol inzetten op het voltooien van verdragen met India, Indonesië en Australië en nauwer samenwerken met ondernemers en bedrijven om nieuwe groeimarkten te ondersteunen met handelsmissies en leningen. 
  • We herpakken onze voortrekkersrol als oprichter binnen multilaterale fora zoals de EU en de VN en versterken onze positie als voorvechter en thuis van het internationaal recht. 
15
INVESTEREN, HERVORMEN EN BEGROTING OP ORDE
Wie vooruit wil, moet keuzes durven maken. Dat geldt ook voor de begroting. Op dit moment stijgen de uitgaven harder dan de inkomsten. Vooral de uitgaven aan zorg en sociale zekerheid stijgen door de vergrijzing. Dat betekent dat er steeds minder geld over is voor zaken als onderwijs, klimaat en veiligheid. Zonder veranderingen loopt de staatsschuld op richting 126% van het BBP in 2060 en overschrijden we al in 2038 de Europese grens van 60% schuld. De huidige begroting is daarom niet houdbaar voor toekomstige generaties. Tegelijkertijd lopen in de begroting de investeringsbudgetten voor woningbouw, de landbouw- en energietransitie af, terwijl de opgave voor de aankomende 10 jaar onverminderd groot is. Daarbij vergen onderzoek en innovatie investeringen om onze concurrentiekracht op peil te houden. Ook de belangrijke investeringen in een sterke defensie zijn nog niet gedekt binnen de begroting. Tevens is de asielketen ondergefinancierd. Keuzes zijn dus ook nodig omdat investeringen in de prioriteiten voor Nederland noodzakelijk zijn.
Voor houdbare overheidsfinanciën kijken we naar het afremmen van de grootste collectieve uitgaven. Dat is bovendien ook nodig omdat we door vergrijzing en arbeidsmarkttekorten de kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg niet meer kunnen garanderen. Op de arbeidsmarkt hebben we iedereen nodig en daarvoor is een goed werkend activerend sociale zekerheidsstelsel noodzakelijk. Ook willen we de belastingen hervormen. We willen de complexiteit van het huidige belastingstelsel verminderen en negatief geëvalueerde fiscale regelingen aanpassen of afbouwen. Hiermee zorgen we dat mensen makkelijker mee kunnen doen, brengen we de begroting op orde, maken we het belastingstelsel klaar voor de toekomst en investeren we in het verdienvermogen van Nederland en een sterke samenleving.
Europees kompas
Voor onze financiële keuzes volgen we het Europees kompas. Nederland is immers een trotse grondlegger van de Europese Unie. Samen kunnen we meer: van handel tot veiligheid. Daarom benutten we de kansen van de Europese markt door handelsbelemmeringen weg te nemen, door te bouwen aan een goed werkende toekomstbestendige Europese kapitaalmarkt en door de bankenunie af te maken. Ook willen we de Europese begroting moderniseren om de uitdagingen voor Europa aan te kunnen en inzetten op een blijvend sterke monetaire unie. Dit zorgt voor welvaart, stabiliteit en economische vooruitgang waar iedereen in Nederland bij gebaat is.
Hervormingen vragen om een zorgvuldige voorbereiding en kosten daarom tijd. Omdat we niet willen wachten met investeren, stellen we voor dat Nederland het voorbeeld van Duitsland en vijftien andere EU-lidstaten volgt en een beroep doet op de flexibiliteit die de Europese begrotingsregels bieden tot en met 2028. Dit kan door in noodzakelijke gevallen de nationale clausule voor het verhogen van de defensie-uitgaven te activeren. De belangrijke referentiewaarde van -3% voor het EMU-saldo blijft ons baken en voor de lange termijn sturen we op een houdbaar schuldniveau. Op dit moment is de schuld lager dan 50% van het BBP, waardoor Nederland er financieel goed voor staat. Dat rechtvaardigt dat transacties die niet drukken op het EMU-saldo, zoals een kapitaalstorting in een investeringsinstantie ten laste van de staatsschuld worden gefinancierd. Deze investeringen vergroten immers de groeicapaciteit van de Nederlandse economie. Als de economie structureel harder groeit, groeien de inkomsten ook mee en verbetert de begroting. We blijven daarnaast kritisch kijken naar nut en noodzaak van staatsdeelnemingen.
Stabiel beleid met langjarige investeringen
Goed beleid is stabiel beleid en daarom laten we de conjunctuurgevoelige uitgaven en inkomsten mee ademen met de economische ontwikkeling. Meevallers leiden niet automatisch tot extra uitgaven of lastenverlaging en tegenvallers leiden niet tot bezuinigingen op conjunctuurgevoelige posten. Zo houden we de economie stabiel en vergroten we het vertrouwen van burgers en bedrijven. We maken een beter onderscheid tussen consumptieve uitgaven en investeringen. We willen daarom meer nadruk leggen op investeringen We ontwikkelen daarom instrumentarium om de baten van investeringen in kaart te kunnen brengen. Begrotingsfondsen zijn belangrijk voor investeringen, omdat deze in de tijd flexibiliteit bieden. We zoeken in deze fondssystematiek naar het voor de lange termijn vastleggen van investeringen die de kabinetsperiode overstijgen, om daarmee te voorkomen dat geld dat is vrijgemaakt voor lange termijn investeringen, uiteindelijk voor korte termijn doelen wordt ingezet.
Hervormingen
De dienstverlening van de overheid staat onder druk, door moeilijk uitvoerbare en handhaafbare wetgeving en gedetailleerde uitvoeringsregels. Strikte wetgeving rond gegevensdeling belemmert gecoördineerde dienstverlening en hulp aan burgers. De overheid moet burgers weer centraal kunnen stellen. We verminderen de uitvoeringslast door periodiek vereenvoudigingen aan te brengen in (uitvoerings)regels via een Vereenvoudigingswet. Hierbij 16
betrekken we de steeds ingewikkelder cyclus van verantwoording en toezicht. Dat brengt ook zelfbeperking voor de politiek met zich mee: niet voor elk probleem een regel, maar ruimte voor individueel maatwerk in de uitvoering. We doorbreken de Haagse verkokering en de neiging tot gedetailleerdheid. We werken met medeoverheden aan strategische agenda’s voor Rijk en regio om zo samen de grote transities uit deze agenda te realiseren. Dit willen we doen:
  • We versterken de uitvoering door uitvoeringsorganisaties stabiele financiering, meerjarige politieke doelen en vereenvoudiging van wetten te bieden. We geven uitvoerders een breder mandaat om zelf afwegingen te maken als dat leidt tot betere uitkomsten voor mensen. Om de slagvaardigheid te vergroten brengen we structurele verbeteringen aan in de overheids-IT. 
  • Ook voor bedrijven verminderen we de regeldruk. Met behulp van digitalisering halveren we de doorlooptijd van vergunningsprocedures. We verminderen de toezichtslasten door uit te gaan van vertrouwen. Waar dat vertrouwen grof wordt geschonden, geldt dan weer een hogere sanctie. We zijn voor het integreren van verschillende Europese regelingen om administratieve lasten te beperken en voorkomen zoveel mogelijk nationale koppen op Europese regelgeving. 
De belastingen hervormen. Door de veel aanpassingen aan het stelsel is het belastingstelsel te complex geworden. Veel mensen en bedrijven zien door de bomen het bos niet meer. Het systeem van inkomstenbelasting is ondoorzichtig geworden door vele inkomensafhankelijke regelingen die tegen elkaar inwerken. We kennen een groot aantal fiscale regelingen, waarvan een deel niet langer effectief de doelen dient. We willen daarom dat belastinginkomsten doelmatiger worden geheven voor de doelen die we met elkaar willen bereiken: een eerlijke verdeling van lasten, (meer) werken lonender maken, investeren, verduurzamen en innoveren stimuleren. Dit willen we realiseren door een betere balans tussen de lasten op arbeid enerzijds, zodat werken meer gaat lonen, en de lasten op vermogen en vervuiling anderzijds. De verhouding tussen de verschillende belastinggrondslagen kan veranderen met oog voor het internationale speelveld en een aantrekkelijk vestigingsklimaat. Op basis van de vele rapporten van de afgelopen jaren, willen we:
  • De inkomstenbelasting vereenvoudigen door het aantal inkomensafhankelijke regelingen te verminderen, zodat het begrijpelijker wordt wat iemand netto van zijn bruto-inkomen overhoudt en (meer) werken gaat lonen. Het belastingen- en toeslagenstelsel hervormen we zodanig dat het simpeler en begrijpelijker wordt. 
  • We bouwen ondoelmatige fiscale regelingen af, passen ze aan of vervangen deze voor betere regelingen om het beoogde maatschappelijke doel te bereiken. 
  • Om de woningmarkt toegankelijker te maken passen we de eigenwoningregelingen aan. Dat betekent onder andere geleidelijke afbouw van de hypotheekrenteaftrek vanaf het moment dat dat in de uitvoering mogelijk is met een terugsluis in de inkomstenbelasting, zodat huiseigenaren in hun financiële planning niet in de knel komen. Ook bezien we de regelingen rondom de eigen woning als geheel, en moderniseren we deze. 
  • We hervormen de autobelastingen passend bij de overstap naar elektrisch rijden en voeren het systeem van betalen naar gebruik, plaats en tijd in. 
Goede gezondheidszorg betaalbaar en toegankelijk houden. We willen naar de gezondste generatie ooit. Gezond zijn is de basis van alles, van kunnen meedoen in de samenleving. Als we niets doen loopt de zorg vast. Een steeds groter deel van ons (gezamenlijk en individueel) inkomen gaat naar zorg. Wachttijden in de zorg lopen op door het tekort aan personeel. In de zorg zullen zowel op korte termijn als op lange termijn scherpe keuzes moeten worden gemaakt, om de zorg betaalbaar, toegankelijk en van goede kwaliteit te houden. In een zorgzame samenleving is liefdevolle en menswaardige zorg nu en in de toekomst het uitgangspunt. Zorgverleners krijgen weer de ruimte om hun werk te doen. Senioren hebben onze maatschappij opgebouwd en leveren ook vandaag een onmisbare bijdrage aan onze samenleving, door zorg voor (klein)kinderen of mantelzorg voor partners en leeftijdsgenoten. De ouderenzorg van de toekomst vraagt om andere woon-zorg vormen en om gerichte zorg en ondersteuning.
Om de zorg toekomstbestendig te maken, willen we:
  • We investeren in preventie, welzijn, sport, bewegen en een gezonde leefstijl om naar de gezondste generatie ooit te gaan. We willen verder gaan met het normeren en beprijzen van ongezonde producten en kijken over domeinen heen, zoals naar schulden en naar het sociaal domein. De overheid kan dit niet alleen: we zoeken ook oplossingen in de samenleving. 
  • Om verhoging van de zorgpremies te voorkomen handhaven we het huidige eigen risico. Zo voorkomen we dat de zorgpremies te sterk stijgen en houden we de zorg toegankelijk. 
  • We willen kritisch kijken naar de effectiviteit van nieuwe zorg en medicatie alvorens deze toe te voegen aan het basispakket. Niet-effectieve behandelingen schrappen we in overleg met het zorgveld. 
  • We brengen nieuwe medisch specialisten standaard in loondienst
17
  • We hervormen de ouderenzorg waarmee we de stijgende kosten beheersbaar houden en iets willen doen aan het personeelstekort. Uitgangspunten hierbij zijn: een grotere rol voor de samenleving, nieuwe woonvormen voor ouderen, verhogen eigen bijdrage voor wie dat kan betalen en een specifiek gerichte huishoudelijke hulp voor wie dat nodig heeft. We verminderen de regeldruk zodat professionals tijd en ruimte hebben in de zorg. 
Hervormen van de arbeidsmarkt. Wij willen dat iedereen zijn talent kan ontplooien. Daarom willen we de arbeidsmarkt moderniseren en toekomstbestendig maken. Dat doen we met de wetgeving die klaarligt. Voor zzp’ers gaan we meer zekerheid creëren en tegelijkertijd schijnzelfstandigheid voorkomen (Zelfstandigenwet). De inrichting van onze arbeidsmarkt moet daarom meer gericht zijn op blijven ontwikkelen en mobiliteit van werk naar werk. De overheid moet de juiste randvoorwaarden scheppen voor de inspanningen van werknemers en werkgevers hierop. Dit willen we doen:
  • We stimuleren een leven lang ontwikkelen en begeleiding van werk naar werk door sociale partners, zodat werknemers zich ook tijdens hun loopbaan kunnen bijscholen en de aansluiting houden met de arbeidsmarkt van de toekomst. 
  • De overheid zorgt voor middelen voor onderwijs en opleiding, zoals een leerbudget of leerrechten. Het moet eenvoudiger worden om iemand aan te nemen door een activerende WW, een modern ontslagrecht en een passende transitievergoeding, vooral in het MKB. 
  • Het huidige stelsel van loondoorbetaling bij ziekte en arbeidsongeschiktheid (WIA) is niet toekomstbestendig. Steeds meer (jonge)mensen krijgen een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Het stelsel is voor mensen onuitlegbaar, werkgevers ervaren te zware lasten en het stimuleert onvoldoende om weer passend aan de slag te gaan. We vereenvoudigen het stelsel, verminderen de instroom en maken de WIA activerender. 
  • We vereenvoudigen en harmoniseren de sociale zekerheidsbegrippen (inkomen, loon, partner, vermogen) die de overheid hanteert, zodat het eenvoudiger uitvoerbaar wordt en we kunnen toewerken naar het automatisch toekennen van regelingen waar mensen recht op hebben. 
loading

Loading