Wat de hond je écht vertelt met zijn staart

Wetenschap
dinsdag, 06 december 2011 om 00:00
welingelichtekringen header 1
Italiaanse wetenschappers hebben zich verder verdiept in de betekenis van het kwispelen van honden. In sommige opzichten heeft het kwispelen dezelfde communicatieve functie als een menselijke glimlach, een beleefde groet of een knikje van herkenning. Het zijn sociale signalen. Een hond kwispelt alleen als er andere levende wezens in de buurt zijn: een mens, een andere hond, een kat, een paard of misschien wel een bal die wegrolt en lijkt te leven.
Net als elke taal heeft het gekwispel een eigen woordenschat en grammatica. Tot nu toe richtten wetenschappers zich op de stand en het bewegen van de staart. De combinatie van beiden geeft veel informatie, maar nu is er nog een 3e dimensie aan toegevoegd. Als honden overwegend positief staan tegenover iets of iemand, kwispelen ze meer naar de rechts en als ze negatieve gevoelens hebben meer naar links.
De wetenschappers onderzochten 30 honden van verschillende rassen en plaatsten hen in een kooi, die uitgerust was met camera's. Daarna kregen de honden achtereenvolgens te zien: hun baasje, een onbekende, een kat en een onbekende, dominante hond. Als de honden hun baasje zagen, kwispelden ze krachtig en meestal naar rechts. Als ze een onbekende zagen, kwispelden ze iets meer naar rechts. Bij het zien van de kat, kwispelden ze weer meer naar rechts, maar langzamer en met ingehouden bewegingen. Bij het zien van een agressieve, onbekende hond, kwispelden ze vooral naar links.
Voor alle duidelijkheid: positief is als hij kwispelt naar zijn rechterkant toe. Dus als je tegenover hem staat, is dat in de richting van jouw linkerhand. Dat is niet zo gek als het misschien lijkt. Eerder onderzoek heeft aangetoond dat de linker hersenhelft bij veel diersoorten betrokken is bij positief gedrag (toenadering zoeken) en de rechter hersenhelft bij vechten/vluchten. En omdat de linkerhersenhelft de rechterkant van het lichaam aanstuurt en andersom, is kwispelen naar rechts positief en naar links negatief.
Bron(nen): Psychology Today