AMSTERDAM (ANP) - Na de fusie tussen AkzoNobel en het Amerikaanse Axalta, heft het Nederlandse verfconcern ook zijn beschermingsconstructie tegen ongewenste overnamepogingen op. Dat zei voorzitter van de raad van commissarissen Ben Noteboom in een toelichting op de samensmelting.
"We hebben de 'Dutch disease' weggehaald. De stichting zal de fusie goedkeuren en verdwijnen", zegt Noteboom.
Hij verwijst daarmee naar een stichting die prioriteitsaandelen heeft, die het recht geven om bestuurders voor het verfconcern zelf voor te dragen. Doordat commissarissen van AkzoNobel deze stichting besturen, kan het bedrijf zo vijandige overnamepogingen dwarsbomen. Die beschermingswal werd relevant toen PPG in 2017 tevergeefs pogingen deed om AkzoNobel over te nemen.
Groei
Topman Greg Poux-Guillaume wijst erop dat met de fusie de op één na grootste verf- en coatingsfabrikant ter wereld ontstaat, na Sherwin-Williams. Wat de fusie voor het aantal banen betekent, is nog niet duidelijk. "Natuurlijk moet je er één bedrijf van maken, dan moet je aanpassingen doen. Maar de deal is gericht op groei, niet op verdere besparingen."
AkzoNobel was eind vorig jaar goed voor ruim 34.000 voltijdsbanen. Axalta meldt op zijn eigen site ongeveer 12.000 werknemers te hebben.
AkzoNobel en Axalta verwachten kostenvoordelen van jaarlijks 600 miljoen dollar. Daarbij wijst het bedrijf op de "optimalisatie" van de wereldwijde afdelingen. "We hebben veel tijd, het kost ongeveer een jaar voordat de fusie is afgerond. In dat jaar stellen we een gedetailleerd plan samen over hoe we de bezittingen van onze bedrijven het beste kunnen gebruiken. Daar zullen we openlijk over communiceren", antwoordde Poux-Guillaume op de vraag wat de fusie betekent voor het aantal fabrieken.