AMSTERDAM (ANP) - Chipbedrijven op de aandelenbeurs in Amsterdam zijn woensdag lager geëindigd. Daarmee drukten ze de AEX licht in de min, terwijl andere beurzen in Europa met aanzienlijke winsten sloten. Beleggers schrokken van de ferme taal van Amerikaanse parlementariërs die klaagden over de verkopen van chipmachinemaker ASML in China.
Volgens de leden van het Huis van Afgevaardigden is meer actie nodig om China af te knijpen van moderne chiptechnologie en zo de nationale veiligheid van de Verenigde Staten te beschermen. Amerikaanse politici van zowel Democratische als Republikeinse huize vrezen dat China militair te machtig wordt als het land beschikt over de geavanceerdste chiptechnologie. Ze pleiten voor scherpere exportcontroles.
ASML sloot 2,6 procent lager na het nieuws en eindigde onderaan in de AEX. Branchegenoten Besi en ASMI zakten tot 1,1 procent.
Frankrijk
De AEX zakte een fractie tot 960,62 punten. De MidKap boekte een minieme winst tot 913,73 punten.
De beurzen in Frankfurt, Parijs en Londen wonnen tot ruim 1 procent. Uit Frankrijk kwamen signalen dat er mogelijk toch een akkoord komt over de begroting, waardoor nieuwe verkiezingen mogelijk niet nodig zijn. Beleggers maakten zich zorgen over de houdbaarheid van de begroting van het land, dat kampt met een groot begrotingstekort.
Staalbedrijven
Staalbedrijf ArcelorMittal was de grootste winnaar van de hoofdfondsen op het Damrak met een plus van 6,4 procent. Het concern is erg te spreken over de Brusselse plannen om de Europese staalindustrie te beschermen tegen de import van goedkoop staal. Staalproducent Aperam voerde de MidKap aan met een winst van 6,3 procent.
Ook andere Europese staalbedrijven wonnen aan waarde, zoals Salzgitter (plus 3,3 procent), Thyssenkrupp (plus 4,8 procent) en Outokumpu (plus 2,6 procent).
Stijging olieprijzen
BMW zakte 8,5 procent. Het Duitse autobedrijf verlaagde de winstverwachting voor dit jaar door zwakte op de Chinese markt en de Amerikaanse importheffingen.
De olieprijzen stegen. Een vat Amerikaanse olie werd 1,8 procent meer waard tot een prijs van 62,87 dollar per vat. Brentolie kostte 1,6 procent meer op 66,51 dollar per vat. De euro verloor ongeveer 0,5 procent ten opzichte van de dollar en was 1,1617 dollar waard.