Elk jaar dwarrelen er tientallen miljoenen tonnen woestijnstof onze kant op. Niet bepaald handig als je net al je kaarten op zonne-energie hebt gezet.
Onderzoekers hebben de afgelopen vijf jaar 46 grote stofwolken uit de Sahara bestudeerd. Ze keken wat er gebeurde in verschillende Europese landen, van Portugal tot Griekenland en zelfs Hongarije. Al die stoffige lucht, zo blijkt, heeft behoorlijk wat impact op hoeveel stroom die kunnen produceren. Het onderzoek werd gepresenteerd op de jaarlijkse bijeenkomst van de European Geosciences Union.
Het probleem zit 'm echter niet alleen in het stof dat op de panelen belandt. De zwevende zanddeeltjes zorgen er ook voor dat zonlicht minder goed door de atmosfeer komt. Alsof dat nog niet genoeg is, kunnen ze zelfs wolken helpen vormen.
Het stof zorgt trouwens niet alleen voor minder zonlicht. Het kan de zonnepanelen zelf ook beschadigen. De kleine korreltjes schuren aan de panelen en maken ze vuil, waardoor ze op den duur minder efficiënt worden en vaker een poetsbeurt nodig hebben.
Waarom weersvoorspelling soms niet klopt
Er zit nog een addertje onder het gras. De huidige voorspellingsmodellen voor zonne-energie houden geen rekening met Saharazand. Daardoor kloppen de verwachtingen vaak van geen kant als er weer zo'n stofwolk overwaait.
De wetenschappers pleiten nu voor slimmere voorspellingssystemen die real-time bijhouden hoeveel stof er in de lucht hangt. Anders wordt het lastig om te plannen hoeveel zonne-energie er beschikbaar zal zijn. En met Europa's groeiende afhankelijkheid van zonnestroom is dat best een probleem.