De Nederlandse economie is het afgelopen kwartaal opnieuw minder gegroeid dan drie maanden eerder. Het bruto binnenlands product (bbp) steeg volgens een eerste berekening van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) met 0,1 procent, het slechtste groeicijfer sinds het eerste kwartaal van 2024. Dat kwam vooral door tegenvallende consumentenbestedingen.
De consumptie door huishoudens daalde met 0,4 procent, door lagere uitgaven aan horeca, kleding en recreatie. Dit kan volgens CBS-hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen incidenteel zijn, omdat het vertrouwen wel weer toenam en consumenten door hogere lonen ook genoeg te besteden hadden. De krimp komt ook door het goede weer in het eerste kwartaal, waardoor er toen meer werd uitgegeven dan op basis van het seizoen werd verwacht.
Onzekerheid
Toch groeide de economie tussen april en juni, dankzij investeringen van onder meer de overheid. Vooral naar vervoermiddelen zoals schepen en vliegtuigen ging veel geld, waardoor de investeringen in vaste activa met 1,5 procent groeiden. In het eerste kwartaal was hier nog een min. Volgens Van Mulligen betekent dit nog niet dat de onzekerheid bij bedrijven over de wereldeconomie ten einde is. Dit zou zich vanaf het derde kwartaal kunnen laten zien in de cijfers.
In het eerste kwartaal was de
groei nog 0,3 procent, een bijstelling van een eerder gemelde 0,4 procent. Dat was ook al lager dan de vier kwartalen ervoor.
Vacatures
Het aantal vacatures in Nederland is het tweede kwartaal met 7000 afgenomen, terwijl het aantal werklozen met 4000 is gedaald. De spanning op de arbeidsmarkt bleef daardoor nagenoeg gelijk, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Voor elke 100 werklozen waren er 101 openstaande vacatures.
Volgens het statistiekbureau daalt het aantal vacatures al drie jaar bijna ieder kwartaal. Dat komt doordat er minder nieuwe vacatures bijkomen. Dit waren er de voorbije periode 347.000, 19.000 minder dan een kwartaal eerder.
Horeca
Eind tweede kwartaal stonden in totaal 389.000 vacatures open. Er was vooral veel vraag naar mensen in de zakelijke dienstverlening, de zorg en de handel. Deze bedrijfstakken waren goed voor ruim de helft van alle vacatures.
De grootste afname merkte het CBS in de horeca. Daar ging het aantal openstaande plekken met 3000 omlaag naar 26.000. In de zorg nam het aantal juist met zo'n duizend toe. Daar stonden eind tweede kwartaal 68.000 vacatures open.