Nederland kreeg er vorig jaar weer meer miljonairs bij. Op 1 januari 2024 telde ons land 452.000 huishoudens met een vermogen van 1 miljoen euro of meer. Dat is 5,5 procent van alle Nederlandse huishoudens en 17.000 meer dan in 2023, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) op basis van voorlopige cijfers.
De huishoudens hadden in doorsnee een vermogen van 1,6 miljoen euro. Dat houdt in dat de ene helft meer dan dit bedrag in handen had en de andere helft minder, legt het CBS uit. Twee op de drie bezaten tot 2 miljoen euro. Een kwart had 2 tot 5 miljoen euro en 3 procent 10 miljoen euro of meer.
In de Noord-Hollandse gemeenten Bloemendaal en Laren woonden de meeste miljonairs. Ongeveer een op de drie huishoudens daar bezat 1 miljoen euro of meer. Ook in de gemeenten Blaricum en Heemstede (beide Noord-Holland) woonden veel miljonairs, 25 en 24 procent. In Wassenaar (Zuid-Holland) had 23 procent een miljoen of meer. De provincies Noord-Holland en Utrecht hadden met 7 procent naar verhouding de meeste huishoudens met zoveel vermogen.
Zelfstandig
In Groningen, Flevoland en Limburg woonden de minste miljonairs, minder dan 4 procent. De Limburgse gemeenten Brunssum, Heerlen en Kerkrade telden er het minst, net als Nissewaard (Zuid-Holland) en Den Helder (Noord-Holland).
De voornaamste inkomstenbron van vier op de tien miljonairshuishoudens was een pensioen, ziet het statistiekbureau. De rest haalde het inkomen vooral uit werk. Meer dan de helft van de werkende miljonairs was vorig jaar zelfstandige. Dit aandeel is wel afgenomen sinds 2014, toen waren nog ruim zeven op de tien werkende miljonairs zelfstandigen.
Verder bestond 40 procent van de bezittingen uit ondernemingsvermogen en aanmerkelijk belang. Iemand heeft een aanmerkelijk belang als die persoon minstens 5 procent van de aandelen in een bepaald bedrijf heeft. Een kwart van de bezittingen van miljonairshuishoudens besloeg de waarde van de woning. Hoe groter het vermogen, hoe groter de waarde van het ondernemingsvermogen en aanmerkelijk belang naar verhouding zijn. Bij de berekeningen van het CBS zijn de waarde van de eigen woning en een eventuele hypotheekschuld meegenomen.