Maandenlang was het stil rond Pieter
Omtzigt, maar woensdag dook de oud-politicus opeens weer op in Den Haag. In de Oude Kerk organiseerde zijn partij NSC een symposium over de toekomst van de rechtsstaat in Europa. Het geheel was officieel bedoeld als ‘inhoudelijk afscheid’, maar de bijeenkomst kreeg al snel het karakter van een kleine comeback.
Hoewel de partij benadrukte dat het absoluut géén
campagne-evenement was, prijkte Omtzigt’s gezicht overal in de kerk: op vlaggetjes, op glossy magazines en de aanwezigen hadden zelfs een polsbandje met zijn naam om. Binnen was de pers volop aanwezig, maar vragen waren nauwelijks toegestaan. “Het gaat vandaag om de inhoud”, hield dagvoorzitter en oud-minister Caspar Veldkamp de aanwezige journalisten voor.
Messias
Omtzigt zelf hield het bij enkele korte zinnen. “Het gaat goed”, zei hij glimlachend, en hij voegde eraan toe dat hij “alle vertrouwen heeft dat NSC zetels gaat halen bij de aankomende
verkiezingen.” Daarna liep hij snel weg van de camera’s. “Ik ga in gesprek met de leden!” riep hij nog, waarna hij zich terugtrok in een aparte ruimte.
Ruim tweehonderd mensen waren op het evenement afgekomen: van oud-bewindslieden tot geïnteresseerden in Europese democratie. Internationale gasten, onder wie Bill Browder en Gerald Klaus, prezen Omtzigt om zijn werk tegen corruptie en voor rechtsstatelijke waarden. Ze noemden hem “een held”, iemand die “de wereld heeft veranderd”.
'Bijna beschamend'
Niet iedereen kon dat waarderen. Bezoeker Sander van Luik voelde zich misleid. “Ik ben hierheen gekomen voor een inhoudelijk debat over de rechtsstaat, maar het lijkt meer een eerbetoon aan Omtzigt zelf. Bijna beschamend”, zei hij tijdens de pauze.
Tijdens zijn toespraak haalde Omtzigt een persoonlijke vergelijking aan: “Als iemand zich niet aan de regels houdt, dan krijg je een rode kaart. Doe je dat niet, dan krijg je chaos.” Of hij zelf genoeg ‘rode kaarten’ heeft uitgedeeld in de politiek, wilde hij aanvankelijk niet zeggen. Tot hij, tegen de wens van zijn voorlichters in, toch antwoordde: “Ik heb weerwoord geboden op de momenten dat ik dat nodig vond. Het weerwoord, dat bied ik.”
Campagne op inhoud
Daarna volgde een bevlogen oproep tot meer inhoud in de verkiezingscampagne. “De campagne moet inhoudelijk zijn! Ik mis in Nederland lange debatten over één onderwerp”, oreerde hij.
Mist hij de politiek? Even bleef hij stil, toen zei hij zacht: “Dat heb ik al gedaan, en dat heeft zijn tol geëist.” Buiten de spotlights, zegt hij, bevalt het leven hem voorlopig “goed”.