Het is een ding op social media: rejection sensitive dysphoria. Al 67.000 filmpjes kun je vinden onder de hashtag #RSD. Misschien herken je het: je speelt gesprekken nadien opnieuw af in je hoofd om te checken of je niks geks hebt gezegd. Je denkt dat iedereen boos op je is als je iets niet goed hebt gedaan. Of als iemand een keer zucht terwijl je praat, ben je meteen van slag.
Echte rejection sensitive dysphoria gaat echter nog verder, legt psychologe Gil Borms uit bij HLN. “Dan reageer je heftig wanneer je het gevoel hebt dat iemand je afwijst. Het gevoel overweldigt je, je krijgt het niet onder controle en het kan urenlang blijven hangen. Het houdt je ook tegen, want je gaat situaties vermijden, anderen naar de mond praten of mensen niet meer aanspreken.”
Dat kan leiden tot allerlei problemen: je durft bij vrienden, op je werk of in je relatie niet jezelf te zijn. Maar, zo benadrukt de psycholoog, een keertje gevoelig zijn voor afwijzing maakt niet meteen dat je een stoornis hebt. “Want iedereen ervaart weleens een gevoeligheid voor afwijzing”, zegt Borms. “Reageer je toch vaak emotioneel op afwijzing, dan gaat het meestal over mildere rejection sensitivity.”
RSD wordt gelinkt aan ADHD. “RSD is een emotieregulatieprobleem en we weten al lang dat dat voorkomt bij ADHD. Je antennes staan dan vaak wat scherper en je ervaart emoties extremer en sneller. Het ene moment ben je super-, superblij of heel erg boos, tien minuten later voel je al iets anders. Vooral voor de omgeving kan dat lastig zijn.”