Als je zo snel mogelijk beweging wilt krijgen in de
woningmarkt, moet je beginnen met woningen bouwen voor bejaarden. 100 duizenden bejaarden zitten in huis die te groot zijn. Hun kinderen zijn weg, hun partner is dood, maar al die kamers zijn er nog. Ze willen zelf ook vaak graag weg.
Maar ze kunnen niet weg. Er zijn geen woningen.
"Vanuit de politiek wordt er heel vaak gefocust op bouwen voor de starter, terwijl je juist senioren moet helpen met een verhuizing'', zegt NVM Wonen-voorzitter Lana Gerssen
in het AD. "Je moet zorgen dat er een verschuiving plaatsvindt van mensen die nu grote huizen bezet houden. Als je die mensen naar een andere woning helpt, profiteert de starter daar ook weer van. Dan heb je dus een win-winsituatie.'' "Zolang zij niet verhuizen, blijven ook betaalbare woningen voor starters bezet'',
De NVM dook met datadochter Brainbay in cijfers van het CBS, het Economisch Instituut voor de Bouw en het Kadaster en zet op een rij wat de huidige vergrijzingsgolf betekent voor de woningmarkt. De verwachting is dat er in 2040 meer dan 550.000 65-plushuishoudens bij zijn gekomen. Tussen 2040 en 2070 komen er naar verwachting nog eens 575.000 huishoudens van 65-plussers bij.
De groei van het aantal eenpersoonshuishoudens is ook vrijwel volledig toe te schrijven aan
ouderen. Ook daarom sluit het bouwen voor ouderen veel beter aan op de 'demografische realiteit'.
Achtergrondinformatie
Doorstroming en Woningmarktdynamiek
De Nederlandse Vereniging van Makelaars (NVM) benadrukt dat 32% van alle koopwoningen in Nederland eigendom is van 65-plussers. Deze groep verhuist echter relatief weinig, waardoor veel woningen die geschikt zijn voor gezinnen met kinderen bezet blijven door ouderen17.
Het onderzoek toont aan dat recent verhuisde ouderen aanzienlijk minder woonruimte per persoon hebben dan niet-verhuisde ouderen. Bij 85-plussers in koopwoningen bedraagt het verschil tussen niet-verhuisden (97 m² per persoon) en recent verhuisden (58 m² per persoon) maar liefst 39 vierkante meter.