De nieuwste golf onthullingen over de vriendschap tussen Prins Andrew en
Jeffrey Epstein slaat weer in als een bom in de Britse media. In het net verschenen boek
Entitled: The Rise and Fall of the House of York van Andrew Lownie, gebaseerd op vier jaar onderzoek en vele nieuwe bronnen, worden de grenzen tussen feit, gerucht en sensatie opnieuw opgezocht.
Lownie schrijft dat Andrew "gemakkelijk prooi was voor een ratelslang als Epstein" en citeert de inmiddels overleden Amerikaanse zakenman Steven Hoffenberg, die zei dat Andrew voor Epstein zijn "Super Bowl-trofee" was.
Het boek bevat claims dat Epstein gevoelige informatie over Andrew zou hebben verkocht aan buitenlandse inlichtingendiensten zoals de
Mossad, de Saoedische geheime dienst en Libië. Hoewel "vele in Andrew’s kring" bevestigen dat Epstein hierover opschepte, ontbreekt tot nu toe tastbaar bewijs. De FBI en het Amerikaanse ministerie van Justitie verklaarden recentelijk nog dat zij na uitgebreid onderzoek geen 'incriminigend clientenbestand' of video’s van chantabele politici of zakenmensen hebben ontdekt.
people+1Naast de spionageverhalen bevat het boek sensationele anekdotes over fifty-plus ‘player’ Andrew, die volgens Lownie bij één trip meer dan 40 vrouwen zou hebben ontvangen in zijn hotelkamer. Dit illustreert hoe de verbeeldingskracht snel op hol slaat rond bekende namen en ondoorzichtige netwerken.
Opvallend is dat het harde bewijs nog altijd ontbreekt, hoewel het aantal berichten wel in de lift zit. Het blijft daarom de vraag: zijn we getuige van ‘bananastraaljournalistiek’ of van echte onthullingen?