De overheidsfinanciën staan er iets gunstiger voor dan op Prinsjesdag werd gedacht. Het begrotingstekort komt dit jaar naar verwachting niet uit op 2,1 procent van de omvang van de economie, maar op 1,8 procent. Dat staat in de najaarsnota die demissionair minister Eelco Heinen (Financiën, VVD) naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
Het lagere tekort komt vooral door hogere belastinginkomsten, een teken dat het economisch beter gaat dan verwacht. Ook de staatsschuld valt daardoor iets lager uit dan eerder werd verwacht: 44,2 procent van het bruto binnenlands product (bbp). De definitieve cijfers worden bekendgemaakt op Verantwoordingsdag, de derde woensdag in mei.
Heinen noemt het "positief" dat het tekort lager uitvalt dan voorzien, maar waarschuwt voor te veel enthousiasme. In de begroting is er rekening mee gehouden dat ministeries niet al het toebedeelde geld kunnen opmaken. Deze zogenoemde onderuitputting, waarmee de afgelopen jaren ook vaak tegenvallers werden opgevangen, wordt volgens de minister minder vanzelfsprekend.